De campus van de Vrije Universiteit Brussel krijgt deze week het bezoek van een vijftigtal wetenschappers uit de VS, Duitsland en Zweden. Samen met Belgische collega's werken zij met de neutrino-telescoop AMANDA nabij de Zuidpool.


Sinds een jaar doen Belgische onderzoekers mee met een internationale antarctische neutrino-telescoop, AMANDA genoemd. Diep verscholen onder het ijs moeten honderden lichtdetectoren de raadselachtige kleine deeltjes waarnemen.

De bijeenkomst van de neutrino-onderzoekers in Brussel begint op 18 mei om 16.00 uur met een lezing voor een breed publiek, gehouden door prof dr Francis Halzen van de University of Wisconsin. Hij is de woordvoerder van het AMANDA experiment. De lezing vindt plaats in het auditorium QD van de VU Brussel (Campus Oefenplein).

AMANDA (Antarctic Muon And Neutrino Detector Array) is een telescoop die begraven zit in de drie kilometer dikke ijskap nabij de Zuidpool. In tegenstelling tot de meeste telescopen 'kijkt' deze detector naar beneden. Hij ziet namelijk geen fotonen (radiogolven, licht, röntgen- en gamma-stralen) maar neutrino's, een vrijwel onzichtbaar type elementaire deeltjes. Neutrino's komen vrij bij het radioactieve verval van atomen of onstabiele elementaire deeltjes. De neutrino's die we op Aarde waarnemen komen vooral van de Zon en van supernovae. Met de meetgegevens van AMANDA hopen natuurkundigen informatie te verkrijgen over kosmische straling met zeer hoge energie, over donkere materie, over Gamma Ray Bursts (GRB) en andere fenomenen die plaatsvinden binnen en buiten de Melkweg.
Neutrino's gaan nauwelijk een interactie met materie aan en hebben ook geen lading. Door hun zwakke wisselwerking met materie bewegen ze vrijwel ongehinderd door de aardbol. Natuurkundigen moeten daarom wel enorme detectoren bouwen om neutrino's te kunnen zien. Als een neutrino met het zuidpoolijs of de bodem daaronder wisselwerkt met materie, ontstaan andere elementaire deeltjes, namelijk muonen of elektronen. Die hebben zo'n hoge snelheid dat ze een teveel aan energie in de vorm van het blauwe Cherenkov-licht uitstralen. Lichtdetectoren ontvangen dat licht en zetten het om in een meetsignaal. De AMANDA-detector bestaat uit een zevenhonderd lichtdetectoren die zijn verspreid over een oppervlakte van tweehonderd bij tweehonderd meter op een diepte tussen 2500 meter en 800 meter.

De bouw van de AMANDA-telescoop begon in 1993 met boringen op een diepte tussen 800 en 1000 meter. Op die diepte bevat het ijs echter microscopische bellen die het licht te veel verstrooien. Daarom is men daarna dieper gaan boren. In 1999 kwamen Belgische fysici bij de AMANDA onderzoeksgroep. Zij nemen deel aan de jaarlijkse boringen, aan het testen van de lichtdetectoren en aan de analyse van de gegevens van voorgaande jaren.

Erick Vermeulen