Dertig jaar na de laatste maanlanding maken ruimtevaartorganisaties opnieuw plannen voor expedities naar de Maan.

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA bijt in het begin van 2003 de spits af met een onbemande missie naar de enige aardse satelliet. Tijdens de Smart-1-missie test de ESA een nieuw aandrijvingsmechanisme op basis van zonne-energie (solar electric propulsion). Ook binnen de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA gaan stemmen op voor een hernieuwd onderzoek naar de Maan. Zelfs China bereidt volgens de geruchten een bemande maanlanding voor.

Veel astronomen geloven dat op het maanoppervlak aardse resten liggen van zo’n vier miljard jaar geleden. Deze periode in de geschiedenis van onze planeet staat bekend om zijn vele meteorietinslagen. Bij deze inslagen is veel aardmateriaal losgeslagen waarvan een gedeelte op de Maan is beland. Wetenschappers vermoeden dat aan het eind van deze inslagperiode het leven op Aarde is ontstaan.

Gaan we buitenaards leven ontdekken op ijsmanen?
LEES OOK

Gaan we buitenaards leven ontdekken op ijsmanen?

De ruimtevaartorganisaties NASA en ESA spenderen momenteel miljarden aan missies naar de ijsmanen rond de planeten Jupiter en Saturnus.

Het maanoppervlak kan zelfs fossielen van de eerste vormen van aards leven herbergen, hoopt Guillermo Gonzalez, professor aan de Iowa State University in de Verenigde Staten. “Daarnaast kunnen we aan de hand van het aardmateriaal deze inslagperiode preciezer dateren.” Hoewel de aardse restanten een speld in de hooiberg zijn, pleit ook collega John Armstrong van de University of Washington voor een uitgebreid onderzoek van het maanoppervlak. De astronauten van de Apollo-missies brachten reeds 382 kilogram maanmateriaal mee terug, maar Armstrong verwacht hierin geen van Aarde afkomstig materiaal te vinden.

Een maanmissie die speciaal gericht is op het vinden van aardse resten zal hoogstwaarschijnlijk onbemand zijn. “Personen kunnen een oppervlak echter beter af zoeken dan robots,” vindt Armstrong. “Ik pleit niet voor een bemande missie, maar als we er toch zijn moeten we onze ogen open houden.”

Sabrine Caspers