Nijmegen (NL) – Voor sommige koraalvissen zijn mangroven- en zeegrasbaaien van levensbelang voor hun voorplanting. Sommige koraalvissen vertoeven eerst in zogenaamde 'kraamkamers' voordat ze naar het koraalrif trekken.


Van zeegrasvelden en mangrovebossen (bomen die in zout water kunnen leven) is bekend dat ze voor de voorplanting van vele koraalvissen van levensbelang zijn. In de dichte begroeiing kunnen de jonge dieren gemakkelijke bescherming en voedsel vinden. De Nijmeegse NWO-promovendus Elroy Cocheret de la Morinière toonde met een onderzoek in Curacao aan dat mangrovebossen en zeegrasvelden een onmisbare en stabiele kraamkamer vormen voor koraalrifvissen. Op basis van zijn bevindingen is te concluderen dat dit ook voor de Caribische eilanden Bonaire, Saba en Belize opgaat.
Cocheret de la Morinière bestudeerde negen vissoorten die het meest voorkomen in de kraamkamers rond Curaçao. Hij bekeek hoe elk van deze negen soorten zich gedroeg rondom zowel mangroves als zeegrasvelden en koraalriffen. Het bleek dat de vissen niet toevallig terechtkomen in de kraamkamers. De koraalvissen kiezen voor een bepaalde plek in de baai alvorens ze naar het koraal vertrekken. Uit de maaginhoud van de vissen en uit chemische analyses bleek dat de vissen de mangrovebossen en de zeegrasvelden gebruiken als schuilplaats tegen roofvissen, en de zeegrasvelden tevens als voedselplek. Tijdens het opgroeien trekken de vleesetende soorten van de kraamkamers naar het koraalrif, omdat hun dieet geleidelijk verandert. Plantetende vissen trekken vooral weg als ze geslachtsrijp worden.
Koraalvissen onderhouden het koraal doordat ze soms schadelijke dieren en planten eten. Verder zijn koraalvissen belangrijk voor de commerciële visserij en voor lokale vissers in de tropen. De onderzoekers stellen dat de mangroves en zeegrassen beschermd moeten worden om zo de aanwas (de jongen) van koraalvissen veilig te stellen.

Bron: Kennislink/Marco van Kerkhoven