Wageningen (NL) – NWO-onderzoekers hebben aangetoond dat de hoogte van de stressreactie bij karpers in zestig procent van de gevallen genetisch is bepaald. Het is de visonderzoekers gelukt om karpers te kweken die duidelijk minder gestresst raken dan hun soortgenoten.


Het teeltonderzoek van NWO Aard- en Levenswetenschappen begon met het kruisen van wilde karpers uit de Noord-Hollandse Anna Paulownapolder met karpers uit het broedhuis van de Wageningen Universiteit. De onderzoekers haalden uit de nakomelingen van de kruising 33 mannetjes. Van deze mannetjes maakten ze via androgenese, een speciale voortplantingstechniek, 33 families met elk veertig nakomelingen.
Voor het meten van stress bij de karperfamilies lieten de onderzoekers de watertemperatuur binnen een uur teruglopen van 25 graden naar 16 graden. Vervolgens bepaalden de wetenschappers de hoeveelheid van het stresshormoon cortisol in de bloedbaan. Van de variatie in de reactie op stress bleek zestig procent een genetische achtergrond te hebben. Met andere woorden: drievijfde deel van de stressreactie is ‘dier-eigen’ en tweevijfde wordt veroorzaakt door het milieu. Zowel de hoogte als de duur van de stressreactie is erfelijk bepaald.
De visonderzoekers gaan de gekweekte karpers gebruiken bij vervolgonderzoek binnen het NWO-prioriteitsprogramma Grenzen aan Welzijn en Dierlijke Productie. Daarbij gaat het om een mogelijk verband tussen stress en bijvoorbeeld groei of ziekten aan te tonen. Gestresste vissen blijken niet altijd vatbaarder te zijn voor ziekten dan ongestresste families.

Erick Vermeulen