Diemen (NL) – De technologie voor irisherkenning is ongelooflijk nauwkeurig. De kans dat iemand anders op jouw naam een dergelijke identiteitscontrole doorkomt is 1 op de 1052.


De pasfoto voldoet niet meer. Fraude met identiteitskaarten vindt steeds vaker plaats. Biometrie – het meten van unieke lichaamskenmerken – vormt de oplossing voor dit probleem. Een ander kan moeilijk met jouw lichaam op stap gaan of het vervalsen. Voor jou is het handig want je hebt je lichaam altijd bij je. Bovendien kost zo'n controle weinig tijd: zo kunnen vaste klanten op de luchthaven Schiphol binnenkort door een snelle blik in een camera de paspoortcontrole omzeilen.
De irisscan lijkt tot nu toe de ideale vorm van biometrie. De iris kun je van buitenaf zien – er hoeft geen laserstraal in je oog te schijnen zoals bij een netvliesscan – en hij verandert niet tijdens een mensenleven. Bovendien is hij absoluut uniek. Eeneiige tweelingen hebben verschillende irissen, en zelfs het linker- en rechteroog van een persoon zijn niet gelijk.
De eerste stap bij irisherkenning is dat een speciale camera, die maximaal een meter van de persoon afstaat, het oog lokaliseert. De camera kijkt vervolgens niet naar de gehele iris, maar laat een stukje van de boven- en onderkant weg omdat deze door de oogleden bedekt kunnen zijn. Dan maakt de camera een digitale foto van het oog. Een computer zet deze foto via allerlei ingewikkelde algoritmen om in een code van 512 byte. Daarbij spelen 266 unieke herkenningspunten een rol. Dit is veel nauwkeuriger dan bijvoorbeeld een digitalisering van een vingerafdruk, die maar zo'n zestien tot zestig herkenningspunten gebruikt. De kans dat twee verschillende irissen dezelfde code opleveren is 1 op de 1052.
De computer slaat de code op, niet de digitale foto zelf. De volgende keer dat de persoon langskomt maakt de camera een nieuwe foto, die de computer opnieuw omzet in een code. Binnen een seconde weet de computer dan of de persoon in kwestie in de database voorkomt.

Nienke Beintema