Liverpool (UK) – Op een dag ontmoette een vlinder een larve en in één organisme gingen ze samen verder.


Wat kwam er eerst, de rups of de vlinder? “Beide”, zegt de Britse zoöloog Donald Williamson. Volgens hem evolueerden wezens als vlinders niet geleidelijk totdat ze aparte larvale stadia ontwikkelden, maar zijn deze insecten het resultaat van een kruising van een apart larveachtig dier met een volwassen vlinderachtige. Deze gewaagde uitspraak in de Zoological Journal of the Linnean Society doet vele biologen waarschijnlijk rillen.
Veel ongewervelden doorlopen aparte larvale en volwassen stadia. Maar vreemd is dat larven vaak totaal niet op volwassenen lijken. Hoe ontstond deze complexe levensloop? De meeste biologen geloven dat hetzelfde dier zowel de larvale als de volwassen vorm ontwikkelde, maar Williamson is het hier niet mee eens. Hij is ervan overtuigd dat de volwassen vorm eerst evolueerde, later kruiste met andere volwassen dieren (larve-achtigen) en zo de genetische blauwdruk voor larven verkreeg. Dit kan verklaren waarom rupsen en hun vlinders zoveel in uiterlijk verschillen. “Verschillende soorten kunnen normaal gesproken niet met elkaar kruisen, maar het hoeft maar één keer te werken en het is gebeurd”, vertelt Williamson. Evolutionair-biologen brengen hiertegen in dat dit helemaal niet kan vanwege de grote verschillen in genen en chromosomen tussen verschillende soorten.
Terwijl volgens Williamson kruising het bestaan van uiteenlopende diersoorten met op elkaar lijkende larven verklaart, praten andere onderzoekers over ‘convergente evolutie’; evolutie waarbij meerdere soorten in de loop der tijd dezelfde eigenschap ontwikkelen. Om de sceptici te overtuigen zal Williamson harde voorbeelden van moderne hybriden moeten tonen. Uitzonderlijke beweringen vereisen uitzonderlijke bewijzen.

Ellen Althuizen