WAGENINGEN (NL) – De Ecologische Hoofdstructuur moet Nederlandse natuurgebieden met elkaar verbinden. Dit wegennet voor de natuur biedt echter niet alle dieren voldoende mobiliteit. Zelfs een goede vlieger als de grote karekiet heeft er weinig aan.


De Nederlandse natuurgebieden liggen als eilanden in een oceaan. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) overbrugt niet voor alle dieren de afstanden tussen die gebieden. De Wageningse onderzoekers Ruud Foppen en Jaap Graveland hebben onderzoek gedaan naar de grote karekiet, waaruit bleek dat deze lang niet altijd baat heeft bij de huidige opzet van de EHS.

De grote karekiet nestelt in rietkragen langs waterkanten. Toen het areaal aan rietland, en zeker aan waterriet, in Nederland drastisch daalde, ging ook de grote karekiet in aantal achteruit. Inmiddels zijn er weer meer geschikte broedgebieden, onder andere in natuurontwikkelingsprojecten, maar de vogels slagen er niet altijd in die te koloniseren. Het lijkt erop dat ze hun domicilie voor de zomer al uitzoeken in de herfst, voor ze naar Afrika trekken. Jonge vogels zoeken dus vanuit het ouderlijk nest een eigen territorium. Bovendien beperkt hun zoektocht naar een nieuw broedgebied zich tot gemiddeld een kilometer of drie, vier. Geïsoleerde plekken, zoals die in de huidige EHS bestaan, hebben weinig kans om bezet te raken.

Al eerder onderzocht de Groningse bioloog Jan Komdeur hoe het zit met de Seychellenzanger (zie ook N&T 1997, 12). In vijftien jaar lukte het welgeteld één Seychellenzanger de anderhalve kilometer tussen de Seychellen-eilandjes Cousin en Cousine te overbruggen. En dat terwijl op Cousin de overbevolking nijpend was en Cousine ruimte en een overdaad aan voedsel bood. Komdeur vermoedt dat andere individuen tijdens een migratiepoging in de oceaan zijn verdronken.

Aangezien de grote karekiet al problemen heeft met de huidige EHS, is het begrijpelijk dat minder mobiele soorten als vlinders en loopkevers het helemaal moeilijk hebben.

Eric Le Gras