Utrecht (NL) – Zes jaar lang overtrof de Nederlands-Italiaanse satelliet BeppoSAX alle verwachtingen. Nu keert hij terug naar de Aarde.


Op 30 april 1996 lanceerden de Italiaanse ruimtevaartorganisatie en de Stichting Ruimteonderzoek Nederland hun gezamenlijke satelliet BeppoSAX. Precies zes jaar later, op 30 april 2002, beëindigen ze al zijn operaties en maken ze hem klaar voor een herintrede in de aardse atmosfeer. De wetenschappelijke meetinstrumenten werken nog uitstekend, maar enkele vitale functies, zoals de energievoorziening, laten het afweten. De satelliet overtrof alle verwachtingen: hij werkte driemaal langer dan gepland en zijn groothoekcamera's zorgden voor grote doorbraken.
De astronomische röntgensatelliet was een ware 'gammaflitsenjager'. Gammaflitsen zijn kortstondige kosmische uitbarstingen van hoogenergetische gammastraling – het zijn de meest energetische explosies sinds de oerknal. Ze werden eind jaren zestig toevallig ontdekt door Amerikaanse spionagesatellieten en bleven daarna dertig jaar lang een groot raadsel. De Nederlandse röntgengroothoekcamera's aan boord van BeppoSAX brachten hier verandering in.
De groothoekcamera's bepaalden met een ongekende nauwkeurigheid de posities van een vijftigtal gammaflitsen. Een flits die in februari 1997 waargenomen werd, leverde het gehele BeppoSAX-team zelfs de Bruno Rossi prijs op, een prestigieuze onderscheiding van de American Astronomical Society. Deze waarneming bracht de wetenschappers namelijk een stuk dichter bij een verklaring voor de mysterieuze flitsen: ze zijn het gevolg van de geboorte van een zwart gat door de ineenstorting van een zware roterende ster. De explosie die daarmee gepaard gaat is zo groot dat deze waarneembaar is tot in de verste uithoeken van het heelal.
De camera's brachten ook meerdere malen de grote telescopen op en rond de Aarde op het spoor van nieuwe explosieve verschijnselen in het heelal. Half april namen ze nog een extreem lange röntgenflits waar, waarbij geen gammastraling vrijkwam. Dit duidt op een volledig nieuw verschijnsel.

Mirjam Leunissen