Onderzoekers van het bedrijf Advanced Cell Technology (ACT) hebben een bijzondere kloon in de baarmoeder van een koe ingebracht. De foetus is een kloon van een met uitsterven bedreigde rundsoort. Niet eerder was er sprake van een ongelijksoortige zwangerschap.
In 1997 veroorzaakte het schaap Dolly veel ophef. Door een borstkliercel met een kernloze eicel van een schaap te fuseren, ontstond een embryo. De Schotse onderzoekers plaatste het klompje cellen in de baarmoeder van een schaap en de zwangerschap bleek succesvol. Het was de eerste zoogdierkloon met een volwassen dier in plaats van een embryo als uitgangsmateriaal; Dolly werd wereldberoemd.
Het bijzondere aan de huidige klonering bij het ACT is dat de draagmoeder en de kloon niet tot dezelfde soort behoren. De onderzoekers versmolten een huidcel van een overleden gaur, een bedreigde Aziatische rundsoort, met een kernloze eicel van een ‘gewone’ koe. De huidcellen van de gaur werden vlak na zijn dood ingevroren. De gaurkloon is in de baarmoeder van een koe ingebracht. De ontwikkeling van het embryo verloopt voorspoedig en naar verwachting zal eind november ‘Noah’ ter wereld komen.
‘Invasieve exoten bestrijden doet meer kwaad dan goed’
Het is doorgaans geen goed idee om invasieve exoten te bestrijden, stelt Menno Schilthuizen. Daarmee vertraag je het natuurlijke proces.
Het Amerikaanse bedrijf liet weten dat de techniek een bijdrage kan leveren aan het behouden van met uitsterven bedreigde diersoorten. Als een dier wordt ingevroren kan het jaren nadat de soort is uitgestorven via kloneren toch weer terugkomen op aarde. De Spaanse regering heeft het ACT toestemming gegeven om de bucardo te kloneren. Dit is een Spaanse berggeit waarvan het laatste exemplaar een jaar geleden overleed. De onderzoekers overwegen om zeldzame dieren als de Afrikaanse bongo, de ocelot en de reuzenpanda te kloneren. Het is echter onmogelijk om bijvoorbeeld een mammoet uit de dood te laten herrijzen: een exemplaar uit de Siberische permafrost bevat namelijk geen bruikbaar genetisch materiaal meer.
Irene Husmann
