Brussel (B) – Ecologisch beheerde wegbermen kunnen uitgroeien tot combinaties van grasland, ruigten en bosranden. Vlaanderen wil daar werk van maken.


De meeste wegbermen zijn saai. Een lapje monotoon groen, om snel aan voorbij te rijden en meteen te vergeten. De Vlaamse overheid wil dat veranderen. Dankzij ecologisch bermbeheer moeten er stabiele begroeiingen met meer plantensoorten ontstaan: juweeltjes die in het voorjaar en de zomer een bloemenpracht tentoonspreiden. De vernieuwde bermen trekken insecten en andere kleine dieren aan. De variatie in vorm, kleur en structuur doorbreekt de monotonie van de weg en fleurt de omgeving op. Bovendien kan de berm ingepast worden in de ruimere omgeving waarvan hij deel uitmaakt.
Om doordacht aan ecologisch beheer te doen, stelt de overheid bermbeheersplannen op. Daarin staan alle maatregelen vermeld om de berm te onderhouden, maand na maand, jaar na jaar.
Voor de ring om Brussel is alvast een groots beheersplan in werking getreden. Men wil verschillende ruimtelijke structuren duidelijker afbakenen en het contrast tussen open en gesloten zones versterken. Langs de buitenring wordt de nadruk gelegd op de bestaande doorkijkjes naar de open ruimte van het landbouwgebied door middel van ruigten. Dat zijn ongemaaide graslanden met een meerjarige begroeiing die doorgaans hoger opschiet dan gewone graslanden. Op de binnenring accentueert men de stadsgezichten via verschraalde graslanden en kruidenvegetatie.

Peter Raeymaekers