Dolfijnen aan de oostkust van de Verenigde Staten sterven massaal aan een virus dat op de mazelen lijkt. Dat concludeert het oceanografisch agentschap NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration).
Meer dan duizend tuimelaars hebben in 2013 dankzij het virus het loodje gelegd. De biologen van NOAA verwachten dat de dieren die nabij de Amerikaanse oostkust zwemmen nog nooit met het virus in aanraking zijn geweest, en daarom geen antistoffen aanmaken die de ziekte zouden kunnen bedwingen. Daardoor stijgt het aantal slachtoffers gestaag. Volgens NOAA is er nog geen teken dat de epidemie afneemt.
In totaal leven zo’n 39.000 tuimelaars in het gebied. In 1987 en 1988 eiste hetzelfde virus ook veel dolfijnenlevens op. Volgens NOAA kan de uitbraak van het virus een natuurlijke cyclus volgen. ‘De laatste keer dat het virus toesloeg was 25 jaar geleden. De dieren die het virus toen overleefden, hebben antistoffen opgebouwd. Maar die generatie dieren verdwijnt. Nieuwe dieren die nog nooit met het virus in aanraking zijn geweest, hebben geen immuniteit’, verklaart bioloog Erin Fougeres op de website van The Guardian.
‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’
Met haar boomboor onderzoekt Valerie Trouet woudreuzen en reconstrueert ze wat die allemaal hebben meegemaakt.