Den Haag (NL) – Elektriciteitsproducenten kunnen de groeiende berg diermeel gebruiken om energie op te wekken.


Elektriciteitsproducenten zijn bereid mee te werken aan het oplossen van het diermeelprobleem door het diermeel in hun kolencentrales bij te stoken. De Nederlandse ministers Borst, Brinkhorst en Pronk hadden de producenten eerder gevraagd om hun medewerking bij het oplossen van het probleem.

Vanwege de gekkekoeienziekte (BSE) mag er sinds januari in Nederland geen diermeel meer in veevoer belanden. Inmiddels ligt er een diermeelvoorraad van ongeveer 110.000 ton. Per week komt daar 4600 ton bij. Buitenlandse verbrandingsinstallaties, zoals kolencentrales en cementindustrie, verwerken het meeste van die nieuwe diermeel. Niettemin blijft daar die enorme berg.
Proeven in een centrale op de Maasvlakte wijzen nu uit dat elektriciteitsproducenten het diermeel zonder gevaar voor de volksgezondheid en zonder technische problemen kunnen verstoken. Voor het zover is moeten provincies waar centrales liggen accoord gaan. Enkele kleine technische aanpassingen in de centrale volstaan om hem geschikt te maken voor de nieuwe brandstof. De energiebedrijven zeggen graag mee te werken aan de oplossing van dit maatschappelijke probleem.

Diermeel is al grotendeels vrij van prionen, de kleine eiwitten die een besmetting met BSE kunnen veroorzaken. De verbranding in een centrale bij 1400ºC zorgt voor volledige vernieling van de mogelijk resterende eiwitten. De kolencentrale Maasvlakte wekt al sinds april van dit jaar elektriciteit op met bijstoken van diermeel. De uitstoot van de centrale is vergelijkbaar met die van kolenstook, afgezien van een iets hogere maar toegestane chlooruitstoot. In Duitsland en Frankrijk is het bijstoken in kolencentrales en cementovens al enige tijd dagelijkse praktijk.

Bron: LNV