Den Haag (NL) – De Schelde en de Golf van Mexico vormen de komende vijf jaar het werkgebied van Utrechtse onderzoekers. Die gaan kijken hoe de chemie en de biologie van de zee elkaar beïnvloeden.


De combinatie van biologische en chemische reacties bepaalt de eigenschappen van zeewater, grondwater en drinkwater. Utrechtse wetenschappers gaan chemische omzettingen bekijken in zowel zoetwater- als zoutwatermilieus. Ze willen weten hoe chemische en microbiologische processen de kwaliteit van grond- en oppervlakte water beïnvloeden.
De Utrechtse aardwetenschappers, onder aanvoering van prof dr Philippe Van Cappellen, gaan de komende vijf jaar proeven doen in de wetlands van de Westerschelde bij het Zeeuwse Waarde en het Belgische Appels, maar bezoeken ook het Orca Basin in de Golf van Mexico. Daar is het zeewater extra zout en is door de geringe stroming in het water een stabiel lagensysteem ontstaan. Vanaf het oppervlak naar een diepte van vijftig meter verandert het milieu van normaal, zuurstofrijk zeewater naar veel zouter, zuurstofarm water.
Op eerdere expedities onderzochten de wetenschappers in de Golf van Mexico redoxreacties waarbij het zout uranyl is betrokken. Enkele bacteriesoorten daar gebruiken uranyl bij hun ademhaling. Ze zetten het opgeloste uranium om in slecht oplosbare uraniumoxiden die naar de bodem zakken. Het water kan daardoor het uranium niet wegvoeren. De Utrechtse experimenten zijn van belang voor het voorspellen van de verspreiding van toxische metalen in de ondergrond. Ook geven de resultaten inzicht in het ontstaan van aardlagen in waterige omgeving. NWO financiert het onderzoek met 1,5 miljoen gulden PIONIER-subsidie.
Het onderzoek is niet alleen op locatie, maar ook in het laboratorium. Het complexe netwerk van chemische en biologische reacties kun je in het veld niet in aparte delen bestuderen. In het laboratorium bestuderen Van Cappellen en zijn medewerkers onder andere hoe zowel chemische stoffen als bacteriën uranium reduceren. De uitkomst van de laboratoriumproeven geven vervolgens aan waarmee de onderzoekers rekening moeten houden bij volgende metingen in het veld en bij het opstellen van modellen. Computermodellen moeten uiteindelijk de complexe tussen chemische reacties, microbiologische activiteiten en fysische transportprocessen beschrijven.

Erick Vermeulen