Met gps-ontvangers is nu bewezen dat mensen inderdaad in kringetjes rondlopen als ze zich niet kunnen oriënteren.

Tübingen (D) – Zowel in de Tunesische Sahara als in het Bienwald in Rheinland-Pfalz lopen mensen in rondjes, zolang tenminste de zon niet schijnt. Gaat de zon schijnen, dan blijkt het veel gemakkelijker om richting te houden. Ook bergen kunnen een handig oriëntatiepunt zijn.
Jan Souman en Marc Ernst voorzagen proefpersonen met gps-zenders. In Current Biology beschrijven ze op welke wijze deze mensen nadat ze werden gedropt hun weg vervolgden.

Zowel in de woestijn als in het bos blijken dat als mensen de zon kunnen zien ze rechtdoor lopen. Als het bewolkt is of ’s nachts lopen ze al gauw in rondjes, soms wel met een diameter van slechts twintig meter. Die rondjes kunnen zowel linksom als rechtsom zijn, zagen de onderzoekers. Het maakt niet uit of iemand rechtsbenig of linksbenig is, daar corrigeert het brein waarschijnlijk voor. Ze denken eerder dat er sprake is van een stapeling van verkeerde informatie uit de zintuigen.

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?
LEES OOK

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?

Sebastiaan van de Water zocht uit hoe wetenschappers het nocebo-effect proberen te begrijpen en onder de duim proberen te houden.

Geblinddoekte mensen verwijderen zich doorgaans hooguit honderd meter van het vertrekpunt, ongeacht hoe lang ze lopen. Vervolgexperimenten naar invloeden op de oriëntatie zullen ze uitvoeren in het laboratorium. Dan krijgen proefpersonen een brilvormig beeldscherm voor hun neus en een cyber-tapijt – een geavanceerde loopband – onder hun voeten, waarna ze door een virtueel landschap in alle richtingen kunnen wandelen.

Erick Vermeulen