Rotterdam (NL) – Ondanks serieuze bijwerkingen als niersteenvorming en vetproblemen worden HIV-proteaseremmers afgerekend op hun effectiviteit.


HIV-proteaseremmers werden in 1996 gepresenteerd als het wondermiddel tegen HIV (Human Immunodeficiency Virus). Veel proteaseremmers werden direct op de markt gebracht, zonder dat er veel onderzoek naar bijwerkingen was verricht. In de zes jaar dat een combinatie van proteaseremmers nu als therapie gebruikt wordt, zijn vele bijwerkingen aan het licht gekomen.

Nierstenen en onderhuidse vetophopingen zijn twee van de problemen die bij behandeling met proteaseremmers voorkomen, legt J. Dieleman van de Erasmus Universiteit in Rotterdam uit. Tijdens haar promotie onderzocht zij de balans tussen de effectiviteit van de medicijnen en hun bijwerkingen. “De effectiviteit van de remmers staat, zeker in Nederland, voorop. Onderzoek naar bijwerkingen is voorlopig nog het ondergeschoven kindje.” concludeert ze.

Verlaging van de dosis veroorzaakt weliswaar minder bijwerkingen, maar de patient loopt tevens de kans dat het medicijn het virus niet goed meer remt. Wel wordt reeds geëxperimenteerd met combinaties van proteaseremmers, om zo de zij-effecten te verminderen. Deze combinaties moeten leiden tot een meer gelijkmatige bloedspiegel om verdere klachten te voorkomen. Veel drinken om de nierstenen zo snel mogelijk weg te spoelen blijft voor de gebruikers van de combinatietherapie voorlopig de beste oplossing.

Sabrine Caspers