Nijmegen (NL) – De botanische tuin van de Katholieke Universiteit Nijmegen legt een databank aan met eigenschappen van soorten van de familie van de nachtschade. De verzamelde gegevens moeten het vinden van een gewas dat minder bestrijdingsmiddelen behoeft, vergemakkelijken.


Hoe meer een plant vatbaar is voor insecten, des te groter is de benodigde hoeveelheid bestrijdingsmiddel. De sterke trend om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in Nederland terug te dringen, kweekt een grote behoefte aan planten die beter bestand zijn tegen ziekte en ongedierte. Aan de Katholieke Universiteit Nijmegen inventariseren medewerkers van de botanische tuin dit soort resistentiegegevens van soorten nachtschade. Tot deze familie behoren tal van voedselgewassen, zoals aardappel, tomaat en aubergine, maar ook siergewassen, de tabaksplant en de giftige wolfskers.

Solandra, een siergewas uit de nachtschadefamilie.


“Onze databank is meer dan een soort postzegelboek met alleen het uiterlijk van de plant, maar geeft ook de karakteristieken van de plant weer,” vertelt Gerard van der Weerden, de curator van de botanische tuin. Hij werkt mee aan de inventarisatie voor de database. Zoveel mogelijk karakteristieken van allerlei plantensoorten van de familie van de nachtschade, zoals aubergine, paprika, petunia en tabak, belanden in het bestand. Deze eigenschappen van de planten gaan van daglengtegevoeligheid tot ziekteresistentie, van moleculaire kenmerken tot praktische gegevens zoals gevoeligheid voor luis.
Het toepassingsgebied van de database is breed. “Als een onderzoeksgroep met een bepaalde soort nachtschade wil gaan werken, kan hij niet alleen zaden van ons krijgen, maar ook informatie over de plant. Bij een tabaksplant kan bijvoorbeeld blijken dat juist dit type heel gevoelig is voor meeldauw”, legt Van der Weerden uit. “Wellicht verbouwen kwekers over tientallen jaren in Nederland aubergineplanten die zonder bestrijdingsmiddelen gezond kunnen blijven.” Van der Weerden verwacht dat aanvullend genetisch onderzoek zal helpen de precieze genetische componenten aan het licht te brengen die voor eigenschappen als ziekteresistentie zorgen.

Irene Husmann