Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Katleen Gabriels, moraalfilosofe aan de Universiteit Maastricht.

‘Eigenlijk is het voor een filosoof onmogelijk om een groot en allesbepalend inzicht of een eurekamoment in een paar regels samen te vatten. Dat is veel te moeilijk voor ons. Ik hou me bezig met grote vragen over moraliteit, technologie en het goede leven. Ik word geprikkeld door nieuwsgierigheid en verwondering.

Het grootste inzicht uit mijn carrière heeft te maken met mijn heilige overtuiging dat je altijd je goesting moet volgen. Met al een bachelor- en masterdiploma op zak wilde ik in 2008, na een jaar in Helsinki te hebben gestudeerd, mijn tweede master laten schieten. Ik wilde werken. Op aanraden van mijn ouders – ‘het is maar een jaar en dan heb je nog een diploma’ – deed ik een masterstudie moraalwetenschappen, maar louter op interesse en niet om een eventuele baankans te vergroten.

'Mensen zijn huiverig voor onbekend voedsel'
LEES OOK

'Mensen zijn huiverig voor onbekend voedsel'

Cagla Cinar onderzoekt onze afkeer van onbekend voedsel. Want waarom eten mensen bijvoorbeeld niet graag een reep gemaakt van insecten?

Het was de tijd van Second Life, een virtuele wereld zonder regels waar je kon zijn wie je wilde en waar je zo een ‘nieuwe’ identiteit kon vormen. Ik was extreem gefascineerd door dit fenomeen, omdat je jezelf kon heruitvinden in een wereld die geen doelen oplegt. Voor een moraalfilosoof is dat een speeltuin: wie zijn de mensen achter de avatars? Hoe gedragen ze zich? En hoe krijg je zo’n wereld toch moreel gereguleerd?

Ik schreef mijn masterthesis over morele emoties in Second Life en kon op basis daarvan een promotietraject starten. Mijn conclusie? Soms is het wijs om naar je ouders te luisteren en vooral om je goesting te volgen, anders was ik niet gepromoveerd op Second Life. Dan had mijn leven er anders uitgezien en had ik waarschijnlijk minder makkelijk artikels en boeken kunnen schrijven.’