Ze waste mijn haren alsof ze aangekoekte modder uit een cocosmatje moest krabben. Mijn waarneming was dus wellicht een tikkeltje gekleurd door persoonijke emoties. Toch wist ik het zeker: de kappersleerlinge die mijn haren waste, was bepaald geen licht.

Waarop ik dat voorbarige oordeel baseerde? Haar ogen. Ik denk uit de ogen van mensen te kunnen opmaken of ze intelligent zijn, of juist niet. De extremen zijn het duidelijkst: mensen met een problematisch laag IQ kijken compleet anders uit hun ogen dan briljante bollebozen. Alsof wat er zich afspeelt binnen hun blikveld volledig langs ze heen gaat.

Niets nieuws, maar hoe werkt het precies? Ik was twee uur lang hulpeloos overgeleverd aan de handen van de kapster, dus ik had alle tijd mijn theorie uitvoerig te overdenken.

'Mensen zijn huiverig voor onbekend voedsel'
LEES OOK

'Mensen zijn huiverig voor onbekend voedsel'

Cagla Cinar onderzoekt onze afkeer van onbekend voedsel. Want waarom eten mensen bijvoorbeeld niet graag een reep gemaakt van insecten?


Wat zeggen mijn ogen over mijn IQ?

Comapatiënt
Ogen reageren op wat er onder ons kruin gebeurt. Kijk maar naar de ogen van een comapatiënt: die zwijgen in alle talen. Maar hersenactiviteit zegt op zichzelf natuurlijk niets over intelligentie. Ogen van een slimmerik lijken iets te vertellen over begrip van, en reflectie over de wereld die ze waarnemen. Welke zichtbare verandering aan de ogen is verbonden met dat begrip?

Toen mijn kapsel twee uur later klaar was en ik blut, had ik nog geen bevredigend antwoord gevonden op mijn vraag. Het leuke van journalist zijn, is dat je er dan anderen mee lastig kunt vallen. Via het Netherlands Institute of Neuroscience en het AMC, die me helaas niet verder konden helpen, kwam ik terecht bij een hooggeleerde vriend van me. Een psycholoog.

Ouderwets
“Ik vermoed dat geen enkele onderzoeker of gerespecteerde journal er zijn vingers aan zou durven branden, uit angst uitgemaakt te worden voor een ouderwetse fysiognoom of frenoloog”, schreef hij mij. “In de sociale wetenschappen is er een duidelijke, historisch vooringenomen bias jegens voorheen verworpen ideeen.”

Mooi is dat. Wel voegde hij toe dat er steeds meer technologieën beschikbaar komen om de kwestie te tackelen: eye tracking apparatuur, pupilmeters en rekenkracht. “Misschien is het een historisch-technische bias en wordt er over 10 jaar wel veel over bekend?”

Een hoopgevende gedachte. Vooralsnog hou ik de kappersleerlinge nauwlettend in de gaten. Kijken of haar ogen in de loop van haar stage veranderen.

Tot slot dan maar een ouderwetse intelligentietest:

Wat is het IQ van Enith Vlooswijk?

A. Hoger dan 130 (hoogbegaafd): dat zie je gelijk aan haar ogen;
B. 90 – 110 (gemiddeld): te beoordelen aan haar middelmatige blogs;
C: 50-70 (licht verstandelijke beperking): wie gaat er nu twee uur in een kappersstoel zitten, zonder vantevoren te informeren naar de prijs!