Stel je een soort mix voor tussen Big Brother en Idols, maar dan met marsreizigers (zie Een enkeltje Mars in het juli-augustusnummer op pag. 48). Ik zit aan de buis gekluisterd. Want wie sturen we als mensheid met een enkele reis naar Mars? Sturen we de slimste jongetjes van de klas of juist de vervelendste tokkies of grootste criminelen?

Ik verwacht niet dat het veel moeite kost om voldoende aanmeldingen te krijgen. Als je ziet hoeveel mensen zich vrijwillig voor schut laten zetten op tv, dan zal een heldhaftige missie die je in een klap wereldberoemd maakt, ook wel voor velen aantrekkelijk klinken.

Dus voldoende vrijwilligers in alle soorten en maten die de wereldbevolking willen overtuigen om voorgoed van ze verlost te zijn. Dat klinkt als een fijne tv-show en goed voor een ongekende mediahype.

Waarom oases uniek leven herbergen en hoe we ze van de ondergang kunnen redden
LEES OOK

Waarom oases uniek leven herbergen en hoe we ze van de ondergang kunnen redden

Oases zijn niet alleen ­redders in nood, maar blijken ook bronnen van buitengewone biodiversiteit, schrijft botanicus Rod Fernsham.

Zou ik zelf met een enkele reis naar Mars willen afreizen? Nee, geen denken aan. Het gebrek aan retourticket vind ik niet het grootste bezwaar, maar ik zie een leven op Mars niet zitten. Want het is niet alleen de bedoeling dat je wat bodemmonsters neemt, je moet je daar ook voortplanten.

Ik ben blij ben dat ik mijn baby niet op Mars op de wereld hoef te zetten, helemaal in mijn eentje, zonder medische hulp en natuurlijk ook zonder partner. Dan zou ik namelijk zijn opgescheept met een Chinees, Amerikaan en Afrikaan die eveneens uitverkoren waren. En dan is het dus simpelweg de bedoeling om zo snel mogelijk zo veel mogelijk nageslacht te produceren om een nieuwe kolonie te stichten, met behulp van meegebrachte zaadcellen van Jan en alleman. Dat vind ik toch wat anders dan de pioniers die er een paar eeuwen geleden op uit trokken om de gaten op de wereldkaart te ontdekken.