‘Het moet niet te veel over mij gaan, maar juist ook over mijn collega’s.’ Deze uitspraak tekent de even bescheiden als populaire hersenonderzoeker Erik Scherder, die op 15 april een door hem samengestelde extra editie van New Scientist presenteert in het Concertgebouw. Samen met singer-songwriter Tim Knol laat hij ons die middag zien wat muziek doet in de hersenen.

Erik Scherder en Tim Knol. Foto: Mats van Soolingen
Erik Scherder maakt samen met Tim Knol een programma in het Concertgebouw. Foto: Mats van Soolingen

Al ruim twee jaar interviewen we in New Scientist elke maand een wetenschapper wiens idee de wereld verandert. Het was dan ook geen verrassing dat we na verloop van tijd belandden aan de De Boelelaan in Amsterdam-Zuid, waar de campus van de Vrije Universiteit zich bevindt. Daar vertelde hoogleraar klinische neuropsychologie Erik Scherder uitgebreid hoe bewegen het brein gezond houdt.

Twee maanden later, in de nazomer van 2015, verscheen het interview in New Scientist. Ter promotie plaatsten we een webberichtje met een paar bijna Cruijfiaanse quotes van Scherder en hoewel hij vergelijkbare uitspraken al eerder had gedaan, is het bericht zo gretig gedeeld onder onze achterban dat het al snel het best gelezen bericht uit de prille geschiedenis van onze website werd.

Manen met embryo’s vergelijken
LEES OOK

Manen met embryo’s vergelijken

Weten we meer over Mars dan over onze eigen oceanen? En meer over de maan dan over embryo's? Volgens columnist Yannick Fritschy zijn dit onzinnige ver ...

Ook andere berichten over Scherder worden goed gelezen en zo ontstond het idee voor een speciale editie rond deze populaire ‘DWDD-professor’. Het toeval wilde dat 2016 ook het jaar was dat het jaar dat hij vijfenzestig werd – een mooie gelegenheid om de special te laten verschijnen. Dat dit verjaardagscadeau om praktische redenen uiteindelijk wat verlaat is, mag de pret niet drukken.

Net als bij andere specials halen we de beste stukken uit eerdere edities, aangevuld met nieuwe artikelen. Uit Scherders keuze blijkt zijn brede interesse: niet alleen bewegen en muziek, maar onderwerpen als slaap, stotteren en werk komen aan bod. Voor de productie van dit nummer dronk ik talloze malen koffie met hem in café Frankendael in Amsterdam-Oost, om de hoek bij zijn huis. ‘Het moet niet te veel over mij gaan, maar juist ook over mijn collega’s,’ drukte hij me meerdere malen op het hart. Juist daarom hebben we in de special ook interviews opgenomen met gewaardeerde collega’s als Iris Sommer (ook present in het Concertgebouw), Dick Swaab en Henkjan Honing.

Geen klassiek maar pop

In een aantal maanden hebben we naast onze reguliere edities een prachtig nummer in elkaar gezet. Als kers op de taart kwam Scherder zelf met een bijzondere locatie voor de presentatie op de proppen. Vorig jaar nog kreeg hij er de Betto Deelmanprijs uitgereikt en meerdere malen verzorgde hij er een programma: het Koninklijk Concertgebouw Amsterdam.

Omdat een deel van de artikelen uit Erik handelen over muziek en het brein, moest het een programma worden waarin wetenschap en muziek met elkaar gecombineerd werden. En dit keer geen klassieke muziek, zoals hij eerder heeft gedaan, maar eigentijdse popmuziek. Singer-songwriter Tim Knol stond bovenaan op Scherders verlanglijstje torenhoog en niet lang na het eerste contact kwam de bevestiging binnen. In het Paasweekend is het dan zo ver en betreden ze gezamenlijk het mooiste podium van Nederland.

Om de laatste details door te spreken kwamen we vorige week gedrieën samen in het eerder genoemde café Frankendael. Tim Knol, uitstekende gestemd omdat zijn vierde solo-cd net af is, verklaarde zijn voorliefde voor de wetenschap: ‘Ik vind het mega interessant dat op het eerste gezicht volstrekt onbegrijpelijke zaken helder kunnen worden uitgelegd. Ik vind het ook fascinerend dat Erik kan duiden wat er in mijn hersenen gebeurt als ik een bepaald liedje speel.’ Scherder: ‘Het gaat die middag niet alleen om de wetenschap, maar ook om de muziek. Jij bent niet een soort behang of tussendoortje, maar we maken samen het programma.’

Wat maakt een hit een hit?

Tijdens dat programma nemen Scherder en Knol de toehoorders mee terug naar hun eerste muzikale herinnering. Ze verklaren waarom mensen graag luisteren naar trieste nummers en laten liedjes horen waar sommige akkoorden kloppen en sommige net worden gemist.

En ten slotte is er het verschijnsel ‘hit’. Voor zijn nieuwe boek Singing in the brain ging Scherder op zoek naar de factoren die bepalend zijn voor een hit. ‘Een hit kan je moeilijk ontleden,’ zegt Scherder. ‘Het is een lange waslijst aan zaken, waaraan een hit moet voldoen.’ Tim Knol, die in 2010 een hit had met Sam vult aan: ‘Sam is lekker retro, roept emoties op en klinkt als een beetje alternatief met een knipoog. Allemaal goede ingrediënten, maar voor een hit moet je vooral geluk hebben. Natuurlijk moet het een goed nummer zijn, maar er zijn zo veel goede nummers. Het moet op de radio gedraaid worden en dat heeft vooral met gunnen te maken. ’

Dankzij Sam stond Tim Knol op grote festivals als Lowlands en Pinkpop. En nu dan in het Concertgebouw. Of hij ook Sam zal spelen, laat hij in het midden: dat zien we die middag wel.

Mede mogelijk gemaakt door:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.