In De chemie van de liefde onderzoeken neurowetenschapper Larry Young en journalist Brian Alexander de neurobiologische wortels van de liefde.

Foto: David Martyn Hunt
Foto: David Martyn Hunt

Als crooner Cole Porter zingt ‘What is this thing called love?‘ begrijpen we zijn verzuchting maar al te goed. (En laten we eerlijk zijn: als een man van de wereld als Porter het niet uit kan vogelen, is er dan nog wel hoop voor mindere goden zoals wij?)

Daarom is het bemoedigend om te weten dat neurowetenschappers er in de afgelopen decennia alles aan gedaan hebben om de mysteries van de liefde te ontrafelen, waaronder fenomenen als aantrekkingskracht, monogamie en de band tussen ouder en kind. Ze gebruiken daarvoor technieken als brain imaging, genoombrede associatiestudies en transgene diermodellen. In Chemie van de liefde bieden Larry Young, directeur van het Center for Translational Social Neuroscience van Emory University en journalist Brian Alexander een nieuwe kijk op veel van die onderzoeken.

Stevige hypotheses

Over neurowetenschappelijk onderzoek naar liefde en seks zijn bibliotheken volgeschreven. Een van de punten waarop die boeken vaak bekritiseerd worden, is dat de waarom-vraag overgeslagen wordt. Waarom bestaat monogamie? En waarom zijn sommige mensen eerder geneigd tot ontrouw? In Chemie van de liefde schrikken Young en Alexander er niet voor terug om een paar stevige hypotheses neer te zetten over hoe neurobiologie ons gedrag bepaalt als het gaat om ‘het L-woord’.

Chemie van de liefde. De wetenschap achter liefde, seks en aantrekkingskracht
AANBIEDING Chemie van de liefde. De wetenschap achter liefde, seks en aantrekkingskracht Larry Young & Brian Alexander van € 29,95 voor €10,- Bestel in onze webshop

Door onderzoek te combineren met waar gebeurde verhalen nemen de auteurs de lezer mee op een fascinerend reis langs onder meer stripclubs, Roemeense weeshuizen en laboratoria waar knaagdieren gestimuleerd worden met een verfkwast voorzien van glijmiddel. Deze baaierd aan avonturen voorzien de wetenschap van een schitterende context en illustreren listig alle manieren waarom liefde en seks veranderingen kunnen veroorzaken in de chemie van onze hersenen.

Zelfs wie die de ontwikkelingen in neurobiologisch onderzoek op het gebied van liefde en seks op de voet volgt – en dus de meest beschreven onderzoeken wel zal kennen – zal nog verrast worden door de unieke interpretatie van hoe ze allemaal bij elkaar passen.

Young, een van de meest productieve onderzoekers op zijn vakgebied, neemt ferm stelling: liefde is een verslaving en niemand is er immuun voor. Hij kiest voor een reductionistische benadering: hij richt zich op moleculen zoals dopamine, oxytocine en vasopressine en onderzoekt hoe deze stoffen gebruikmaken van oeroude neurobiologische circuits.

Babysitter

Niet iedereen zal zich laten overtuigen als Young en Alexander beweren dat seks vrouwen ertoe brengt om zich ten opzichte van de mannen van wie ze houden te gedragen als ‘babysitter’: ze verzorgen ze alsof het kleine kinderen zijn, dankzij royale doses oxytocine die vrijkomen tijdens de geslachtsdaad. En de echte doorgewinterde scepticus zal de wenkbrauwen optrekken wanneer Young en Alexander beweren dat mannen dankzij vasopressine hun vrouwelijk partners eenvoudigweg zien als verlengstukken van hun territorium.

Toch laten de auteurs zich niet uit het veld slaan. ‘Menigeen zal menen dat zulke denkbeelden achterhaalde stereotypen zijn’, schrijven ze. ‘Dat zijn ze niet. We kunnen doen alsof, maar uiteindelijk trekt de natuur aan het langste eind.’ Zonder zich al te veel aan politieke correctheid gelegen te laten liggen, passen Young en Alexander deze hypotheses ook toe op actuele kwesties als het homohuwelijk en alleenstaande moeders.

Maar zelfs als je met een beetje scepsis – of zelfs afkeer – kijkt naar de theorieën van Young en Alexander over hoe de chemie in ons brein zich vertaalt naar liefde, dan nog is hun boek een spannend en vermakelijk leesavontuur. De manier van schrijven is levendig en biedt een een frisse, scherpe analyse van wat begrip van de neurobiologische achtergronden van de liefde kan betekenen voor zowel onze relaties als onze cultuur.