Een pleister plakken op je ziel: het zal niet helpen tegen een ongelukkig, eenzaam of onzeker gevoel. Hoe kun je psychische blessures dan wel te lijf gaan? Klinisch-psycholoog Guy Winch geeft wetenschappelijk onderbouwde tips in Eerste hulp bij emoties.

Onze medicijnkastjes puilen uit van de zalfjes, pleisters en pijnstillers, maar als we een geestelijke kwetsuur oplopen, weten we niet wat we moeten doen.

EK Voetbal Nederland vs Duitsland
Da’s balen. Hoe nu verder?
Bron: ANP

Als het aan de Amerikaanse klinisch-psycholoog Guy Winch ligt, komt daar snel verandering in. Zijn boek Eerste hulp bij emoties staat bol van de eenvoudige remedies die van pas komen bij psychische blessures, zoals een gebrekkig zelfvertrouwen of een knagend schuldgevoel. De auteur hoopt dat de mentale oefeningen uiteindelijk net zo vanzelfsprekend worden als tandenpoetsen.

Afwijzing, eenzaamheid, verlies en trauma’s, schuldgevoel, piekeren, mislukking en onzekerheid: dat zijn de zeven veelvoorkomende mentale kwetsuren die Winch in het boek behandelt. In ieder hoofdstuk gaat hij eerst in op mogelijke oorzaken van de kwaal, om vervolgens over te gaan op een beschrijving van enkele behandelmethoden. De auteur vat elke behandeling samen in een heus recept, compleet met dosering, werking en eventuele bijwerkingen – net als bij ‘echte’ medicijnen. Daarbij waarschuwt Winch overigens wel dat je bij sommige symptomen beter professionele hulp kunt zoeken.

De namen van de remedies die hij geeft, zijn de ene keer nogal abstract (‘blaas je gevoel van eigenwaarde nieuw leven in’) en de andere keer juist heel concreet (‘neem een huisdier’). Soms gaat een behandeling vergezeld van een eenvoudige oefening die je voor jezelf moet uitvoeren. Wanneer je net een afwijzing hebt ondergaan, is het volgens Winch bijvoorbeeld raadzaam om enkele positieve eigenschappen van jezelf op te
schrijven.

Of zoiets werkt, verschilt natuurlijk per persoon. De auteur legt die nuance echter pas in het slotwoord op tafel. Dat is logisch, aangezien beschrijvingen van medicijnen doorgaans ook weinig ruimte voor interpretatie openlaten. Toch wekt de stelligheid waarmee Winch zijn verhaal brengt soms wat irratie op. Met name de succesverhalen uit eigen praktijk, waarbij de patiënten vaak aan enkele tips genoeg hebben om een psychische metamorfose te ondergaan, zijn niet altijd even geloofwaardig.

Daar staat tegenover dat de uitleg van de aandoeningen telkens helder, uitgebreid en wetenschappelijk goed onderbouwd zijn. Winch behandelt de onderwerpen vrij luchtig, en dat levert prettig leesvoer op. Als hij aangeeft in welke gevallen je een specialist moet raadplegen, slaat hij echter een flink wat serieuzere toon aan. Ook de gevolgen van de geestelijke kwetsuren zijn allesbehalve vrolijkmakend. De psycholoog vertelt bijvoorbeeld dat eenzaamheid het leven daadwerkelijk kan verkorten, net zoals het roken van sigaretten dat kan doen.

Toch is Eerste hulp bij emoties over het algemeen gelukkig geen deprimerend boek. Niet iedereen is gevoelig voor adviezen die bijvoorbeeld stellen dat je iemand meteen moet geloven, als hij zegt dat het niet aan jou ligt maar aan hem. Maar voor veel mensen zijn zulke bemoedigende schouderklopjes wel degelijk het beste medicijn tegen zielepijn.