Een scherpe scheiding tussen cultuur en natuur bestaat niet. Dat willen de deelnemende kunstenaars van de expositie Ja Natuurlijk! duidelijk maken. Hun werk steekt de draak met de ijdele gedachte dat de mens boven de natuur staat.

Bioloog Pepijn Kamminga bekijkt een 'voorstelling' van een heremietkreeft die in een Japans toneelmasker woont. Foto: Maarten Fleskens
Bioloog Pepijn Kamminga bekijkt een ‘voorstelling’ van een heremietkreeft die in een Japans toneelmasker woont. Foto: Maarten Fleskens

Voor het GEM-museum in Den Haag staan autowrakken weg te roesten. Is de Hofstad recentelijk in verval geraakt? De kleurige narcissen die de voertuigen overnemen doen anders vermoeden. Half verscholen marmeren plaques halen de hoogtijdagen  van benzinemotoren aan. Het is een gedenkteken, alvast geplaatst voor de dag dat auto’s niet meer op fossiele brandstof rijden.

Het voorbarige memento maakt deel uit van Ja Natuurlijk!, een expositie die de barrière tussen mens en natuur doorbreekt. Als de mens weer bewust deel uitmaakt van de natuur, dan volgt een duurzame omgang met de aarde vanzelf, menen de deelnemende kunstenaars. Met deze omslag wil Ja Natuurlijk! de wereld redden van vervuiling en verspilling.

‘Maar we zijn niet voor natuur of tegen techniek,’ zegt creatief directeur Ine Gevers in de welkomsthal van het GEM. ‘De een kan de ander juist prima aanvullen.’ Ze wijst naar de manshoge oranje waterlelie in de hal. ‘Gemaakt van hoogwaardige synthetische materialen, maar het stuifmeel in de bloemen is echt.’

Bioloog Pepijn Kamminga bekijkt het gevaarte. Met de blik van een wetenschapper loopt hij voor New Scientist mee door de expositie. Voor zijn eigen onderzoek naar de verwantschap tussen haaiensoorten werkt hij bij het Naturalis Biodiversity Center, een instituut dat al decennia mens en natuur verbindt.

Een levend kunstwerk van algen en andere waterwezens uit de vijver van het GEM-museum. Foto: Maarten Fleskens
Een levend kunstwerk van algen en andere waterwezens uit de vijver van het GEM-museum. Foto: Maarten Fleskens

De waterlelie intrigeert Kamminga. ‘Overal waar je kijkt zie je tegenwoordig kunststoffen. Net als in de waterlelie lijkt de rol van de natuur daardoor klein. Toch is de natuur juist de bron van inspiratie.’

Opvallende samenwerkingen tussen natuur en cultuur zie je overal terug in Ja Natuurlijk!. In een aquarium maakt een heremietkreeft theater met een Japans toneelmasker op zijn rug. Zijn medespelers, de spinkrabben, gaan voornamelijk hun eigen gang.

Dichtbij spelen halsbandparkieten in hun eigen realitysoap, live gevolgd met webcams. Soorten die door de mens  geïntroduceerd zijn, zoals bij ons de halsbandparkiet, hebben bij biologen een slechte naam, omdat ze inheemse soorten het leven zuur kunnen maken. Voor de parkieten relativeert Kamminga dat. ‘Ze lijken niet veel te concurreren. Volgens mij worden ze vaak genoeg weggejaagd door andere vogels.’ De problematiek met inheemse en vreemde soorten is een onderwerp dat bij uitstek natuur en cultuur verbindt, vindt Kamminga. Want wanneer is een bepaalde soort inheems, en wie bepaalt dat?

Kunstenaar Simon Starling stelt de bezoekers die vraag ook, met de vluchtelingenboot die hij bouwde voor uitheemse plantensoorten. De rododendrons op de boot hebben Schotland verlaten, waar ze volgens natuurbeschermers niet thuishoren. Toch komen ze daar al eeuwen voor.

‘Natuurlijk kunnen we niet alle invasieve exemplaren op de boot te zetten,’ zegt Kamminga, ‘maar we roeien ze wel uit. Klopt dat, als we zogenaamd niet boven de natuur staan? Dat doen we ook niet met ‘invasieve’ mensen.’

Hoewel? Naast de boot liggen twee gehavende lijken. De Nederlandse kunstenaar Roy Villevoye maakte de realistische lichamen van was. Waardoor werden ze getroffen? Een uit de hand gelopen conflict? Of waren ze ongewenst, als een rododendron? De kunstenaar zelf laat het aan de bezoeker over.

Ja Natuurlijk! is nadrukkelijk zowel een binnen- als buitententoonstelling,’ zegt Gevers. De werken in de tuinen van het GEM zijn inderdaad eveneens de moeite waard. Via een trap en een hangbrug bereik je het domein van Sjim Hendrix, een Groninger die een even verdienstelijke kok als kunstenaar is. Twee rieten hutten herbergen zijn ‘keuken der armen’, waarin hij gerechten bereidt met ingrediënten die een stedeling dagelijks laat liggen.

Halsbandparkieten en eitjes van mieren zijn bijvoorbeeld prima te eten. Met zijn werk wil Hendrix laten zien dat je ook in de stad en met een kleine beurs lokale en biologische producten kunt halen.

Terwijl je rondloopt, vliegen de bijen boven je hoofd ijverig af en aan. Ze runnen een Honingbank op het terrein, waar spaarders een rekening kunnen openen. In oktober keert het bijenvolk de rente uit: een potje honing. Met het Honingbankproject vraagt het Franse kunstenaarsduo Olivier Darné en Parti Poétique het publiek om te investeren in de natuur. Zoals financiële banken hulp willen in een crisis, zo vragen de bijen om hulp in een ecologische crisis.

Op een speelse manier zet Ja Natuurlijk! je terug op je plaats, als een wezen dat op gelijke voet staat met bijen, halsbandparkieten en heremietkreeften. Na een bezoek zou het zomaar  kunnen dat je vraagtekens zet bij de herkomst van je supermarktgroente of het wassen van je auto met drinkwater. Daarmee is de wereld misschien nog niet gered, maar wel een stukje beter geworden.