Tucson, Arizona (VS) – Twee groepen astronomen hebben een zwart gat ontdekt dat zich bevindt op een afstand van duizenden lichtjaren boven het vlak van de Melkweg.


Zonder dat ze van elkaars onderzoek wisten, bestudeerden twee groepen onderzoekers sinds najaar 2000 met dezelfde telescoop en zelfs dezelfde meetapparatuur hetzelfde hemellichaam. Het betrof een röntgenbron die was ontdekt in voorjaar 2000 door een röntgensatelliet. Nu komen beide groepen met hetzelfde onderzoeksresultaat: de röntgenstraling komt vrij als materie van een ster valt naar een zwart gat dat minstens zesmaal zo zwaar als de Zon is.

Het zwarte gat ligt op een afstand van ongeveer zesduizend lichtjaren, boven in de galactische nevel, 62 graden boven het vlak van onze Melkweg. Het verraadt zijn aanwezigheid doordat het de beweging van een nabije kleine ster beïnvloedt. Bovendien lekt er materiaal van die ster naar het zwarte gat. Dat zorgde in het voorjaar voor de sterke röntgenstraling, die ontstaat als de vallende stermateriaal extreem hoge temperaturen bereikt. De tijd waarin de kleine ster om het gat draait, bedraagt iets meer dan vier uren. Vanwege die korte omlooptijd lijkt het erop dat over twee of drie miljard jaren het zwarte gat de kleine ster zal verorberen.
De astronomen benadrukken hoe speciaal de vondst is. Tussen de Melkweg en het verre object bevindt zich, ondanks de grote afstand, nauwelijks materie. Daardoor kunnen ze het systeem toch nauwkeurig onderzoeken. Het stelsel is meer dan 160.000 maal lichtzwakker dan het blote oog kan zien. De vorig jaar in gebruik genomen 6,5-meter-telescoop in Arizona had, nadat het stelsel in november boven de horizon verscheen, elke nacht maar een paar uur de tijd om het stelsel te bekijken. Doordat het stelsel momenteel rustig is en nauwelijks röntgenstraling uitzendt, konden de astronomen de begeleidende ster goed zien en de massa van het zwarte gat berekenen. Er zijn nog een tiental van dergelijke systemen bekend. Die liggen in het vlak van de Melkweg, en zijn door de grotere dichtheid van het interstellaire medium moeilijker te bestuderen.

Erick Vermeulen