Wat te doen als een planetoïde op ramkoers ligt met de aarde? Het blijkt mogelijk om een ruimtevaartuig te gebruiken als een soort stormram om zo de baan van een planetoïde te veranderen. Maar daarvoor moet tien jaar van tevoren duidelijk zijn dat het object een bedreiging vormt, schrijven Amerikaanse onderzoekers.

PlanetoideBennuHAMMER
Onderzoekers hebben geanalyseerd hoe een botsing met de grote en zware planetoïde 101955 Bennu voorkomen kan worden met een ruimtevaartuig genaamd HAMMER. Bennu komt op 25 september 2135 mogelijk gevaarlijk dichtbij de aarde. Bron: Lawrence Livermore National Laboratory (LLNL).

Onderzoekers van Nasa, Lawrence Livermore National Laboratory (LLNL), en National Nuclear Security Adminstation (NNSA) bestudeerden hoeveel tijd er nodig is om in te grijpen nadat een near-earth object (NEO) is geïdentificeerd. NEO’s zijn objecten in het zonnestelsel in een baan die ze dicht bij de aarde brengt. Een botsing met zo’n aardscheerder kan op verschillende manieren voorkomen worden: door het object een ram te geven, waardoor zijn baan verandert of door hem op te blazen in stukjes die zo klein zijn dat ze verdampen in de atmosfeer.

Heino Falcke fotografeerde als eerste een zwart gat: ‘Nog mooier dan ik al die tijd had verwacht’
LEES OOK

Heino Falcke fotografeerde als eerste een zwart gat: ‘Nog mooier dan ik al die tijd had verwacht’

Heino Falcke, hoogleraar radioastronomie, maakte in 2019 de eerste foto van een zwart gat. Op dit moment doet hij onderzoek n ...

HAMMER

Het artikel is onderdeel van de nationale planetaire defensiesamenwerking dat bestaat uit het tijdig detecteren van de aardscheerders, waarvoor Nasa verantwoordelijk is. En het voorkomen van een botsing, waar het LLNL zich mee bezig houdt.

De koers van een planetoïde kan volgens de onderzoekers gewijzigd worden met het negen meter lange, acht ton wegende ruimtevaartuig HAMMER (Hypervelocity Asteroid Mitigation Mission for Emergency Response vehicle). Dit vaartuig, dat nu enkel op de tekentafel bestaat, moet gaan dienen als kinetic impactor (een soort stormram) of om een nucleair explosief mee te vervoeren.

Bennu

Baan van 101955 Bennu en de binnenste drie planeten op de zon. Bron: Wikimedia commons, Nasa

Als voorbeeld onderzochten de auteurs het object 101955 Bennu. Bennu is een planetoïde van 80 miljoen ton met een doorsnede van ongeveer 500 meter die in een baan om de zon draait. Hij komt redelijk vaak (elke zes jaar) langs de aarde. Hierdoor kan de baan goed bepaald worden. Op 25 september 2135 komt Bennu zelfs zo dichtbij dat hij een gevaar zou kunnen vormen. Bij een botsing zou er 80.000 keer meer energie vrijkomen dan bij de kernbomaanval op Hiroshima.

De kans op een botsing is klein. ‘Maar het is belangrijk om deze scenario’s goed te begrijpen zodat we voorbereid zijn, mocht dat nodig zijn. De kans is klein, maar de impact groot’, schrijven de auteurs in het artikel.

Flinke dreunen of nucleaire explosies

De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat bij een planetoïde ter grootte van Bennu een enkele HAMMER niet genoeg is. Als een object 25 jaar van tevoren gedetecteerd wordt, zijn er zeven tot elf ruimtevaartmissies nodig om hem op een veilige afstand langs te aarde laten bewegen. In het scenario waarbij we nog maar 10 jaar hebben, zijn er 34 tot 53 lanceringen nodig. De precieze hoeveelheid hangt af van de planetoïde en de grootte van de gewenste afbuiging.

Gelukkig zijn de meeste aardscheerders kleiner dan Bennu. En een object met een diameter van 90 tot 150 meter kan met een enkele HAMMER voldoende afgebogen worden als het ruim tien jaar van tevoren ontdekt wordt.

Als het object groter is of pas een paar jaar of enkele maanden van tevoren in beeld komt, is er grover geschut nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van een nucleair explosief. Die kan de planetoïde opbreken in brokstukken, die zo klein zijn dat ze verbranden in de atmosfeer. Dat zou een prachtige regen van vallende sterren opleveren. Een stuk prettiger dan het effect van duizenden kernbommen.

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: