Onderzoekers van de afdeling Tumurimmunologie van de Katholieke Universiteit Nijmegen hebben een eiwit ontdekt dat een belangrijke rol speelt bij de ondermijning van het immuunsysteem door het aidsvirus (hiv).


Een therapie levert het nog niet direct op. Toch kan de ontdekking van een menselijke eiwit dat het aidsvirus binnensmokkelt in de T-cellen, een doorbraak zijn in het begrijpen van het verloop van een hiv-infectie. “Onze theorie is gebaseerd op reageerbuisexperimenten. Eerst zullen we nagaan of het eiwit ook in realiteit de belangrijke rol speelt die we vermoeden,' aldus hoofd van de afdeling Tumorimmunologie prof dr Carl Figdor, die samen met de moleculair biologen dr Theo Geijtenbeek en dr Yvette van Kooyk (onderzoeksleider) het onderzoek uitvoerde. In het vakblad Cell van 3 maart 2000 beschrijven de Nijmeegse onderzoekers hun nieuwe hypothese. In een tweede artikel in dit tijdschrift beschrijven ze de ontdekking en de algemene functie van het eiwit.

Het menselijke eiwit, DC-SIGN genoemd, zit op het oppervlak van een bepaald type witte bloedcellen, de dendritische cellen. Het vangt als een soort vliegenstrip het aidsvirus op de plaatsen waar het virus het lichaam kan binnenkomen, zoals bloedbaan, anus of vagina. Vervolgens brengen de witte bloedcellen het aidsvirus naar lymfklieren, waar de infectie van de soldaten van het afweersysteem (de T-cellen) kan plaatsvinden.
Het Nijmeegse team bestudeerde contactmoleculen op het oppervlak van dendritische cellen. Dat zijn een soort snuffelmoleculen waarmee die cellen contact maken met andere cellen van het immuuncellen, zoals de T-cellen, waarna een immuunreactie kan optreden. De Nijmegenaren stuitten tijdens hun onderzoek op een snuffelmolecuul, dat al in 1992 was beschreven, maar waarvan de functie onbekend was. In één van hun Cell-publicaties tonen ze aan dat dit eiwit essentieel is bij het vroegste contact tussen dendritische cellen en T-cellen.
Over het 'herontdekte' eiwit was weinig bekend, behalve dat het kan binden aan gp120, een eiwitfragment op de mantel van het aids-virus. 'Toen we dat lazen gingen we natuurlijk onmiddellijk na of het DC-SIGN op onze geïsoleerde dendritische cellen aan gp120 bindt. Dat bleek inderdaad het geval. Via gp120 plakt hiv dus aan DC-SIGN en de dendritische cellen,' licht Geijtenbeek toe. Samen met Utrechtse en Amerikaanse collega's is dit verder onderzocht.

Het team bekijkt nu of mensen die niet of nauwelijks vatbaar zijn voor HIV wellicht een afwijkend eiwit bezitten. “Mocht dat het geval zijn, dan zou dat een krachtige ondersteuning van onze theorie zijn,” vertelt Van Kooyk. “Tevens bestuderen we nu de rol van het eiwit bij apen. Pas wanneer ook deze 'in vivo'-experimenten uitwijzen dat het eiwit een belangrijke factor is – de resultaten daarvan verwachten we op zijn vroegst over een jaar – is het zinvol het onderzoek naar de mens te verplaatsen en concreet aan een mogelijke therapie te gaan werken,” aldus Figdor. “Je zou dan kunnen denken aan methoden om het eiwit te blokkeren, zodat de infectie reeds in een vroege fase geremd wordt. Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.”