ROTTERDAM (NL) – Kinderen die worden geboren met schele oogstand zien niet dubbel. Dit komt doordat ze een gedeelte van het beeld van het schele oog onderdrukken. Onderzoek van oogarts Maurits Joosse laat zien dat de hersenen steeds opnieuw even nodig hebben om dit voor elkaar te krijgen.

Ongeveer drie procent van de bevolking heeft bij de geboorte scheelstaande ogen. Hun ogen worden meestal voor hun twaalfde rechtgezet. Joosse: “Na zo’n operatie moeten de hersenen wennen aan de nieuwe oogstand. Na je twaalfde kunnen je hersenen een veranderde oogstand niet meer aan; de kans op dubbelbeelden is dan het grootst.”
Het kost de hersenen moeite om het dubbelbeeld, dat door een scheel oog ontstaat, te onderdrukken. Uit het onderzoek van Joosse, die op dit onderwerp promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, blijkt dat mensen met een schele oogstand pas na 0,4 seconde het centrale gedeelte van het schele oog hebben onderdrukt. Hierbij is ongeveer zestig procent van de hersenen betrokken, wat betekent dat zowel het visuele centrum als de associatieve hersendelen actief zijn. Joosse: “Waarschijnlijk zien mensen met een schele oogstand eerst heel even dubbel, maar kunnen de hersenen dat niet goed verwerken. Een aantal hersencellen zal er dan mee stoppen, omdat ze alleen maar storen. Zo verdwijnt het dubbelzien.”
Joosse vertelt dat zijn onderzoek nog een ander verrassend resultaat opleverde: “Het onderdrukte hersengedeelte is niet helemaal blind. Hoewel schele mensen zich dat niet bewust zijn, nemen ze in het onderdrukte gedeelte toch nog wat waar. Een felle lichtflits die op het onderdrukte gedeelte van het beeld valt, doet ze opkijken.”

Anouck Vrouwe