Boeren en onderzoekers profiteren van big data. Analyse van deze immer groeiende berg digitale gegevens uit de land- en tuinbouw levert nieuwe kennis op.

Resistentie tegen antibiotica is waarschijnlijk ontstaan in de veehouderij, en had waarschijnlijk kunnen worden voorkomen.
De meeste koeien van moderne melkveehouderijen hebben een transponder om de nek waardoor de boer per dier melkgift en voedselbehoefte precies kan bijhouden. Foto: Red Junasun

Big data – de term is een verwijzing naar de ons overal in de gaten houdende Big Brother uit het boek 1984 van George Orwell – zijn er ook van de land- en tuinbouw. Het aantal boeren en tuinders dat alles nauwkeurig bijhoudt op de computer groeit namelijk nog elke dag en dat levert net als in andere sectoren een hele sloot gegevens op.

‘Met die schat aan informatie kun je gerichte voorspellingen doen over ziektes in gewassen of bij dieren en de verwachte opbrengsten. Maar ook hoeveel voer, mest of bestrijdingsmiddelen nodig zijn voor een optimale bedrijfsvoering,’ zegt Corné Kempenaar, senior onderzoeker precisielandbouw bij Wageningen UR.

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’
LEES OOK

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’

Universiteiten moeten hun samenwerking met de fossiele industrie niet stopzetten, vindt scheikundige Marc Koper. Dat vertraagt de energietransitie.

‘Voor de akkerbouw zijn onder meer bodemen klimaatgegevens relatief goed beschikbaar. Daarmee kan de boer, soms tot op de vierkante meter, allerlei zaken plannen, zoals de vereiste hoeveelheid kunstmest en gewasbescherming. Bij melkvee wordt per koe exact bijgehouden wat het dier eet, hoeveel melk ze geeft en wat de relatie tussen voedsel en melkgift is. Daaruit komen dierspecifieke adviezen. Uiteindelijk doel is dat de boer betere resultaten haalt met minder inputs en lagere kosten. De maatschappij heeft daar profijt van door minder milieubelasting.’

Gegevens van buiten de landbouw

Op basis van wereldwijde informatie over plantenziekten is de app PlantVillage gelanceerd. Boeren kunnen foto’s van zieke planten uploaden. Met behulp van een algoritme worden de foto’s van bladen en vruchten met pukkels, putjes en verkleuringen beoordeeld en bepaald welke ziekte de plant heeft. De app heeft inmiddels vier miljoen gebruikers.

Op Akkerweb.nl, een platform met data over afzonderlijke stukken grond, staan verschillende apps. Zo weet de boer aan de hand van weersverwachting, de biomassa op het veld, de bodemvochtigheid en managementdata wat hij moet doen op het veld voor een optimale groei.

Een andere app berekent de kans op infectie en adviseert de boer hoe de ziekte te bestrijden. Ook gegevens van buiten de landbouw kunnen interessant zijn, oppert Kempenaar. ‘Bij die app voor ziektevoorspelling moet je weten of er water op de bladeren zit. Want zonder vocht geen ziekte. Nu worden er dure sensoren in het veld geplaatst. Die zijn echter storingsgevoelig en worden nogal eens gejat. Maar in de buurt van die akkers rijden auto’s. Wanneer het regent, hebben die hun ruitenwissers aanstaan. Als je die informatie beschikbaar hebt, is dat een stuk goedkoper dan al die lokale weerstations om de neerslag te meten.’

Om die nieuwe inzichten uit de brij aan gegevens te halen zijn data-experts nodig. ‘Er zijn mensen nodig die vanuit die immense databases precies dat kunnen halen wat nodig is voor bepaalde berekeningen. Die als het ware in staat zijn door de bomen het nuttige in het bos te blijven zien. Dat is een nieuwe tak van sport in de landbouwwetenschap.’

Big data kan de landbouwsector flink vooruit helpen, aldus Kempenaar. Een van de hobbels voor toepassing van data mining is de vraag wie de eigenaar is. Analyse van big data maakt bijvoorbeeld voorspellingen mogelijk over de opbrengst van aardappelen en uien. ‘Dat is interessant voor de boer, maar ook voor de afnemer.

Boeren willen hun data liever niet inzetten om afnemers marktinformatie te geven. Want dat geeft hun een slechtere positie bij de verkoop. Dat is een duidelijk spanningsveld.’

Techniek en methoden

‘Andere beperking is dat er nog te weinig boeren bereid zijn mee te doen. Het heeft geen zin als vijftien boeren in Nederland alle mogelijke data vastleggen. Het moet naar het niveau van duizenden boeren. Zij moeten bereid zijn mee te doen en daarom eerst overtuigd worden van de voordelen. Voorbeelden daarvan komen er nu aan.’

Kempenaar: ‘De ICT-techniek en analyse – methoden zijn er. Maar pas wanneer alle partijen in de ketens en kennisleveranciers er samen in slagen problemen rond eigendom, privacy en toepassing van gegevens op te lossen, ligt de weg voor grootschalige toepassing open. Eigenlijk staan we nog maar aan het begin.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees verder: