Veel kweekvissen zijn te vet, gestrest en ongezond, omdat ze te weinig beweging hebben. Een vis moet zwemmen.

kweekvissen
In zwemtunnels op de Wageningen UR wordt gemeten wat het zuurstofverbruik van zalmen is. Foto: Arjan Palstra

Meer dan de helft van alle consumptievis komt uit de aquacultuur; vis die wordt gekweekt in tanks of zeekooien. Denk aan zalm, forel, zeebaars en zeebrasem. ‘Deze vissen zitten in grote dichtheden bij elkaar en worden het hele jaar door gevoerd,’ zegt Arjan Palstra, onderzoeker bij Livestock Research, onderdeel van Wageningen UR. ‘Tegelijk ontbreekt vaak demogelijkheid te zwemmen bij de juiste snelheden, omdat er geen stroming is. Dat is nadelig voor atletische vissen als zalm en forel, die juist goed gedijen bij veel zwemmen.’

Zo zie je in de zalmindustrie geregeld obese vissen met hartafwijkingen en vet rond hun organen, die zeer stressgevoelig zijn. ‘Zalmen worden opgekweekt in zoet water op het land. Op een gegeven moment worden ze naar zeekooien gebracht. Dan leggen veel vissen, ongeveer een vijfde, het loodje omdat ze niet goed tegen die overgang kunnen. Een robuustere vis kan daar beter tegen. Dat is te bereiken door ze veel te laten zwemmen.’

Frans de Waal (1948-2024): ‘Zo speciaal zijn wij mensen niet’
LEES OOK

Frans de Waal (1948-2024): ‘Zo speciaal zijn wij mensen niet’

Primatoloog Frans de Waal is op 14 maart 2024 overleden. In juni 2019 interviewde New Scientist De Waal. De les die hij meegaf: ‘zo speciaal zijn wi ...

Bodybuilders

Naast een geringere stressgevoeligheid zijn er andere voordelen. Een zwemmende vis groeit harder en zet meer eiwitten af in de spieren. ‘Het worden echte bodybuilders,’ zegt Palstra.

Een betere bespiering komt ook de filet ten goede. Die valt dan bij het snijden niet uit elkaar. Verder is het dier gezonder en heeft hij minder medicijnen nodig omdat zijn immuunsysteem sterker wordt. En tot slot zijn energieke zwemmers minder agressief, zodat er minder gewonden vallen door onderling bijten.

De proefopstelling in Wageningen bestaat uit zwemtunnels waarin vissen individueel zwemmen en hun zuurstofverbruik wordt gemeten. Doel is te achterhalen hoe efficiënt een vis zwemt en wat zijn optimale snelheid is. Groepen vissen worden getest in een soort atletiekbaan, die door onderzoekers gekscherend ‘de donut’ wordt genoemd. ‘Die lijkt op een schaatsbaan. Maar de vissen zwemmen geen rondjes, ze blijven op hun plek aan een van de lange zijden. Aan de andere lange kant draait een propeller, aangedreven door een motor, zodat ze tegen de stroom in moeten zwemmen.’

Duurzaam en blauw

Er valt nog veel te leren, aldus de onderzoeker. ‘De ontwikkeling van de aquacultuur staat wereldwijd nog in de kinderschoenen. Zeker als je het vergelijkt met de veeteelt waar al veel langer vooruitgang wordt geboekt. We moeten streven naar een duurzame, blauwere vis.’

77 fabels & feiten over onze voeding
LEESTIP 77 fabels & feiten over onze voeding, Hans Kraak, € 17,95 Bestel in onze webshop

Het effect van beweging is tot nu alleen nog maar een onderdeel geweest van meeromvattende projecten. Er is op dit gebied nog steeds geen apart onderzoek uitgevoerd. Daarvoor heeft Palstra een netwerk opgezet met onderzoekers uit 24 Europese landen. ‘We hopen samen met de industrie een grootschalig onderzoek te beginnen naar het effect van zwemmen op groei, stress en gezondheid onder aquacultuuromstandigheden. En we willen proefpanels laten beoordelen of zwemmende vis inderdaad beter smaakt.’

In elk geval wordt nu al samengewerkt met de Europese zalm- en zeebrasemindustrie om een fittere vis te fokken. Met een Nederlandse kweker van geelstaart koningsvis (yellowtail kingfish) – een horsmakreelsoort en een veelbelovende nieuweling als het om kweekvis gaat–wordt gewerkt aan een robuustere vis die beter groeit.

Beweging heeft ook invloed op de voortplanting van paling. Normaliter zwemt een volwassen aal zesduizend kilometer naar de Sargassozee om daar te paaien en te sterven. ‘Wij gebruiken de zwemgoot om de aal te laten puberen en die trektocht na te bootsen. Hierdoor zijn we erin geslaagd de vissen in de juiste toestand te brengen om ze vervolgens met hormooninjecties ter plekke te laten voortplanten. Daar zijn onderzoekers zeer bij gebaat omdat wilde schieraal niet meer voor proeven mag worden gevangen.’

Scharrelvis

De resultaten uit het onderzoek vertalen naar de praktijk is nog een hele stap, weet Palstra. Opwekken van een waterstroom en het aanpassen van tanks kost geld. Maar dat wordt gecompenseerd door een sneller groeiende vis met een betere filetkwaliteit en dus een hogere prijs. ‘Bovendien krijgt de consument een duurzamere scharrelvis op zijn bord. En daar wil hij best extra voor betalen.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees ook: