Wie denkt dat alleen de Nasa contact met astronauten kan leggen, heeft het mis. Radioamateurs over de hele wereld praten met behulp van relatief eenvoudige apparatuur regelmatig met mensen in de ruimte.

Astronaut C. Michael Foale aan boord van het ruimtestation
Astronaut C. Michael Foale aan boord van het ruimtestation. In zijn hand heeft hij de microfoon van een amateurradio. Foto: Nasa

Boer Troy Fehring is zo’n fervent radioamateur, die zijn instrumentarium zelfs heeft ingebouwd in zijn tractor. Op een herfstdag in 1993 volgde hij de spaceshuttle Columbia toen die over zijn land vloog in de staat Oklahoma. In amper vijf minuten vloog deze orbiter van horizon tot horizon. Fehring maakte net een pauze met hooipersen en schakelde over vier frequenties in de hoop contact te kunnen leggen met de bemanning aan boord van het naderende ruimteschip.

Hij gaf zichzelf weinig kans en was stomverbaasd toen bleek dat een astronaut gehoor gaf aan zijn oproep: ‘N5VIN, u bent 5.9,’ luidde het signaal van ver boven zijn hoofd. Waarmee de desbetreffende astronaut aangaf dat de transmissie van de boer luid en duidelijk was. Bij gebrek aan pen en papier kraste Fehring de gegevens van zijn kortdurende communicatie met een schroevendraaier op zijn gereedschapskist.

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’
LEES OOK

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’

Universiteiten moeten hun samenwerking met de fossiele industrie niet stopzetten, vindt scheikundige Marc Koper. Dat vertraagt de energietransitie.

Radioamateur in de ruimte

Tien jaar eerder vloog de Amerikaan Owen Garriott aan boord van de Columbia als eerste radioamateur in de ruimte. Met behulp van een handmatige 2 meterradio voerde hij gesprekken met onder anderen zijn moeder en Senator Barry Coldwater. Hij overtuigde de Nasa van het nut van amateurradio om interesse voor ruimtezaken te wekken bij studenten. Zo ontstond het Shuttle Amateur Radio Experiment, dat werd gesponsord door onder meer de Nasa en amateurverenigingen op radiogebied.

Na wat omwegen spreken we tegenwoordig van het project Amateur Radio on the International Space Station (Ariss). Veel astronauten bezitten een amateurradiolicentie, zodat ze kunnen deelnemen aan het experiment, en regelmatig zijn er privégesprekken tussen radioamateurs over de hele wereld en astronauten aan boord van het internationale ruimtestation.

Hiervoor is niet veel meer nodig dan een laagvermogen radio en een kleine antenne. Bedenk wel dat astronauten zeer drukbezette mensen zijn. Daardoor hebben ze alleen tijd voor amateurcommunicatie op bepaalde tijdstippen, zoals tijdens (eet)pauzes of voor het slapengaan maar meestal en vooral in de weekenden.

Direct contact met astronauten die boven je hoofd passeren is wat amateurradio zo sensationeel maakt

 

Het hangt grotendeels af van het werkschema in het ruimtestation. Een werkdag in het ISS begint om half negen ’s ochtends onze tijd en eindigt om half negen ’s avonds onze tijd. In de ruimte wordt de gecoördineerde wereldtijd (UTC) gebruikt, die ongeveer gelijk is aan de Greenwich Mean Time (GMT). In de wintertijd is dat een uurtje vroeger dan onze tijd.

De tijd die je hebt om contact te maken, is kort. Het moet in de tien minuten gebeuren dat het ruimtestation nodig heeft om van horizon tot horizon te vliegen. Eenmaal achter de oostelijke horizon verdwenen dooft het signaal. Het direct contact hebben op het moment dat astronauten boven je hoofd passeren is misschien ook wel wat amateurradio zo sensationeel maakt.

Ruimteskype

Is de amateurradio voor astronauten de enige optie om direct te spreken met wie ze maar willen, los van communicatie met de vluchtleiding? Nasa-vluchtleider Holly Ridings zegt hierover: ‘De astronauten hebben een IP-telefoon die werkt via een computer. Het is een soort ‘ruimteskype’. Als ze de juiste satellietoverlapping hebben kunnen ze in principe naar alle plekken in de wereld bellen.’

Bemanningsleden kunnen wel vanuit de ruimte naar de aarde bellen, maar mensen kunnen vanaf de grond niet via de gewone telefoon naar het ruimtestation bellen. Toch heeft het internationale ruimtestation ISS een telefoonnummer, net als op aarde. Het netnummer dat daarbij hoort is dat van de Texaanse stad Houston, 281. Dit is omdat de Nasacomputer waar de telefoons van het ISS mee opereren in die plaats gehuisvest is.

Lees ook:

Dit artikel verscheen ook in Het Parool.