Glasgow (GB) – Homeopathie helpt, blijkt uit onderzoek uitgevoerd door een Schots homeopathisch ziekenhuis. Op het eerste gezicht zien de resultaten er plausibel uit. Critici staan echter in de rij om ook dit onderzoek onderuit te halen.


Lijders aan een allergisch ontstoken neusslijmvlies zijn beter af met een homeopathisch middel. Dat meldt het British Medical Journal (BMJ) van 19 augustus. Van vijftig allergiepatiënten hadden 23 een allergeen middel gekregen met een verdunning D30; 27 kregen een placebo (nepmiddel). D30 wil zeggen dat het middel dertigmaal achter elkaar honderd keer wordt verdund. Er is dus als het ware sprake van een oneindige verdunning. Er zit uiteindelijk namelijk geen molecuul van het oorspronkelijke allergeen meer in het uiteindelijke ‘geneesmiddel’.

De slikkers van het homeopathische middel hadden echter aanzienlijk meer baat bij de behandeling dan de placeboslikkers. “Dat kan niet!”, zeggen degenen die pseudowetenschap zoals homeopathie te vuur en te zwaard bestrijden. Toch: als je het oorspronkelijke artikel doorleest, lijkt er niks mis met het onderzoek. De groep patiënten werd zorgvuldig geselecteerd en volgens de regels der kunst in twee groepen verdeeld, patiënten noch onderzoekers wisten wat ze kregen respectievelijk gaven, en op de statistiek is niets aan te merken.


Publicatie-bias
Het artikel in het BMJ kreeg desondanks een storm van kritiek over zich heen. De groep van vijftig patiënten zou veel te klein zijn. Belangrijker lijkt de kritiek dat dit onderzoek eigenlijk niets toevoegt aan de waslijst aan onderzoeken naar de werkzaamheid van homeopathische middelen. Het Britse tijdschrift The Lancet publiceerde al in 1997 een zogenoemde meta-analyse, waarin 89 studies tegen het licht werden gehouden. Hoewel gemiddeld homeopathie beter leek te werken dan een placebo, vond men destijds onvoldoende bewijs dat één bepaalde homeopathische benaderingswijze werkt tegen welke ziekte dan ook.

Een van de grote problemen met onderzoek naar alternatieve geneeswijzen zoals homeopathie is de zogenoemde ‘publicatie-bias’. Als het onderzoek resultaten oplevert die de werking van homeopathie ondersteunen, worden ze met een grotere mate van waarschijnlijkheid wél gepubliceerd. Nemen de onderzoekers geen effect waar, dan belanden de resultaten meestal niet in een wetenschappelijk tijdschrift. Een van de critici schrijft daarom op de website van het BMJ: “Ik weet van in ieder geval één onderzoek dat aantoonde dat een placebo significant beter werkte dan homeopathie. Het bleef desondanks jarenlang ongepubliceerd. Ik ben bang dat er meer van zulke onderzoeken bestaan.”

Zolang niet al deze ‘negatieve’ onderzoeken zijn gepubliceerd, zal een ‘echte’ vergelijking tussen homeopathie en nepmiddel vertroebeld blijven. Tot dan toe is het aan te raden homeopathische middelen net als andere placebo’s als nepmiddelen te zien.

Jos van den Broek