Diemen (NL) – In veel Nederlandse plassen zien duikers geen hand voor ogen. Wageningse ecologen onderzochten zo'n duikplas, en vonden verklaringen voor het slechte zicht. De oplossingen die ze voorstelden zijn helaas niet allemaal haalbaar.


In de Berendonck, een duikplas bij Wijchen, staat een onderwaterhuis. Bezoekende duikers kunnen er genieten van een kopje koffie, een potje tafeltennis en het uitzicht. Dat uitzicht valt tegen: scuba-duikers die langs de ramen zwemmen zijn slechts als schimmen zichtbaar. Op slechte dagen is het zicht slechts een halve meter – een kapotte wijnfles op een armlengte afstand is al niet meer te zien. Voor beginnende duikers is zo'n erwtensoep dus gevaarlijk, maar ook voor ervaren duikers valt er weinig plezier te beleven als er niets te zien valt.
De duikclub die het onderwaterhuis beheert zocht een oplossing voor dit probleem, en kwam in contact met de wetenschapswinkel van de universiteit van Wageningen. Wetenschapswinkels zijn een Nederlandse uitvinding: particulieren of stichtingen kunnen bij universiteiten aankloppen en daar onderzoek laten uitvoeren. De Wageningse wetenschapswinkel zette een aantal ecologen aan het werk om de oorzaak van het troebele water te vinden.

Het lichtklimaat in de duikplas hangt af van verschillende factoren, niet in het minst van de duikers zelf. Door de modder op de bodem op te wervelen maken zij het hun mededuikers moeilijker. Daarnaast zorgt de kunstmest van een nabijgelegen golfbaan mogelijk voor algenbloei. Een probleem dat alle natuurgebieden in Nederland hebben speelt hier ook: zure regen. Door verbranding van fossiele brandstoffen bevat regen een klein beetje salpeterzuur. Planten – en dus ook algen – gebruiken de stikstof in deze neerslag als mest.

Oplossingen
De ecologen suggereren meerdere oplossingen. De meest voor de hand liggende manier om het zicht te verbeteren is baggeren: het slib dat zich langzaam ophoopt op de bodem wegzuigen. Probleem hierbij is dat het om de zoveel jaar herhaald moet worden.
Andere oplossingen vallen onder het kopje 'biomanipulatie': het aanpassen van de flora en fauna in en rond de plas. Door de bomen rond de plas te snoeien, vallen er minder blaadjes in het water. Tussen aangeplant riet komt water minder snel omhoog, en bovendien kunnen er vissen tussen schuilen die de algen opeten. Het wegvangen van de brasem in de plas zorgt voor helderder water: brasems woelen modder op, en eten watervlooien – die de algenstand onder de duim kunnen houden. Ook biomanipulatie is geen perfecte oplossing: experimenten met deze methode om de waterkwaliteit te verbeteren hebben net als baggeren maar een paar jaar succes.
De Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) heeft het onderzoek met belangstelling gevolgd. Slecht zicht is een probleem dat in veel duikplassen steeds groter wordt, volgens woordvoerder Rob Aarsen. De NOB heeft het hoofdstuk met oplossingen doorgelezen, maar kan er niet zoveel mee, vreest hij. 'De duikvereniging die het onderwaterhuis beheert heeft een aantal technische leden, en zou best een baggerzuiger aan kunnen leggen', legt hij uit, 'maar van de ARBO-wet moet er dan een decompressiekamer aan de rand van de plas staan.' Hoewel de leden van de duikvereniging regelmatig duiken in deze plas zonder dat er zo'n kamer in de buurt is, stelt de wet dat duikers die een modderzuigslang plaatsen in geval van nood een decompressiekamer in moeten kunnen. Aarsen: 'Daar is natuurlijk geen geld voor.'

Bart Braun