Den Haag (NL) – Siemens Nederland wil dat alle Nederlandse basisschoolleerlingen vanaf groep 3 laagdrempelige toegang krijgen tot informatie- en communicatietechnologie (ICT). Daartoe ontwikkelde het bedrijf het plan DINO (Digitale Innovatie Nederlands Onderwijs).


Het DINO-initiatief van Siemens moet de drijvende kracht zijn achter een nog op te richten consortium. Doel van DINO is onderwijs op maat. Dankzij de inzet van de computers voor leertaken krijgt de docent meer ruimte voor de individuele begeleiding van de leerlingen.

Het idee van DINO is geboren uit een intern onderzoek onder Siemens-medewerkers, die aangaven dat ze een ICT-inspanning richting leerlingen van het basisonderwijs op prijs stelden. DINO bouwt voort op de fundamenten van Kennisnet, de educatieve site van het ministerie van Onderwijs, waarop alle basisscholen worden aangesloten. Binnen een half jaar zullen alle scholen in het voortgezet onderwijs, de instellingen in het beroepsonderwijs en in de volwasseneneducatie (BVE) al deelnemen aan Kennisnet. Het moet in 2002 voldoende inhoud hebben voor alle basisscholen.
Als het DINO-plan doorgaat, moeten dan alle 200.000 leerlingen en docenten van groep 6 beschikken over een eigen notebook. Op elke school onderhoudt een centrale server contact met de nationale DINO-server en haalt daar software op. Uitgevers van schoolsoftware krijgen betaald naargelang hun programma's worden gebruikt. Via een draadloos netwerk in de school wisselen de notebooks informatie uit. De leraar kan volgen waar leerlingen mee bezig zijn en hoe ze vorderen en op een digitaal schoolbord in het systeem de klas instructies geven. De notebooks zijn zeer eenvoudig. Een cd-rom hebben ze niet, maar wel een double-pack batterij. De server in de school verzorgt alle coördinatie, internetverbinding en rekenintensieve taken, zodat de notebooks meer een werk- (of eigenlijk leer-)station zijn. Dat maakt dat ze niet tijdens de geplande levensduur van zes jaar tussentijds verouderd zijn.
De eerste lichting groep 6 neemt de notebook mee naar groep 7. De daarop volgende schooljaren krijgt elke nieuwe groep 6 notebooks. Wanneer een leerling na groep 8 de school verlaat, komt zijn notebook terecht bij een leerling van groep 3. Binnen zes jaar werken dan alle leerlingen van het basisonderwijs volgens het DINO-principe.
De overheid kan nu gaan rekenen aan het ambitieuze plan. Volgens de woordvoerders past het binnen de budgetruimte van scholen. Siemens wil het initiatief verder uitwerken in een consortium met onder andere uitgevers en telecommunicatiebedrijven en in nauw overleg met ouders en het onderwijsveld, en vervolgens de coördinatie verzorgen. Angst voor een generatie computernerds met RSI-klachten is overigens overbodig. Hooguit twee uur per dag zullen leerlingen met hun notebook in de weer zijn. Andere lesactiviteiten, zoals ouderwets tekenen, kunnen gemakkelijk aansluiten op DINO-computerlessen.


Erick Vermeulen