Den Haag (NL) – 'Iedere veroordeelde moet verplicht DNA afstaan voor een gegevensbank.' De regeringspartij D66 komt met een vergaand voorstel voor DNA-wetgeving.


DNA is al een belangrijk hulpmiddel in het gerechtelijk onderzoek. Jaarlijks voert justitie in Nederland zo'n tweeduizend analyses uit, zoals onlangs tijdens het onderzoek van de moord op Marianne Vaatstra. Het Nederlandse kabinet wil verplicht DNA-onderzoek mogelijk maken bij misdrijven waarop vier jaar gevangenis of meer staat. Het voorstel van D66 gaat nog veel verder.

In de rubriek Inzicht in het aprilnummer van Natuurwetenschap & Techniek wetenschapsmagazine beschrijft dr Peter de Knijff van het Forensisch Laboratorium voor DNA-onderzoek in Leiden hoe de techniek werkt. De hoeveelheid bloed op een speldenknop is al voldoende. Met de snellere en gevoeligere methoden die momenteel worden ontwikkeld, zal nog minder volstaan om schuld of onschuld aan te tonen. Dat de methode niet feilbaar is en zelfs mogelijkheden biedt voor misleiding, illustreert De Knijff met onder andere de moordenaar die op de plaats van delict sigarettenpeuken van iemand anders rondstrooit.
In Engeland heeft men een positieve ervaring met het oplossen van lichtere misdrijven zoals inbraken dankzij DNA-gegevens. In België is er reeds een goedgekeurde wet voor het opzetten van dergelijke databank. Alleen zijn de uitvoeringsbesluiten nog niet uitgeschreven en is de databank dus nog niet operationeel. In de VS staan DNA-methoden – en de betrouwbaarheid daarvan – echter volop ter discussie. Met het voorstel van D66 zal de discussie in Nederland zeker ook losbarsten.

Erick Vermeulen