Een 65 miljoen jaar oude kleilaag bevat keurig in holle koolstofmoleculen opgesloten buitenaardse gassen. Daarmee hebben onderzoekers een nieuw gereedschap voor de bestudering van inslagen van asteroïden en kometen op Aarde.


De kleisedimenten die de grens tussen Krijt en Tertiair markeren, bevatten buitenaardse edelgassen opgesloten in koolstof kooien. Nadat vorig jaar Luann Becker van de universiteit van Hawaii en Ted Bunch van NASA bewezen dat in een meteoriet fullerenen voorkwamen – de familie van de voetbalmoleculen ofwel buckyballs – ontdekten ze met Robert Poreda van de universiteit van Rochester deze moleculen in de beroemde 65 miljoen jaar oude kleilaag. De laag markeert het uitsterven van de dinosaurussen en bevat een hoog gehalte van het metaal iridium. De fullerenen in de laag bevatten edelgassen zoals helium. De isotoopverdeling van helium dat uit de ruimte komt, wijkt af van de isotoopverdeling van helium dat vrijkomt bij vulkaanuitbarstingen of in de aardatmosfeer voorkomt. Aards helium bevat vooral helium-4, met twee protonen en twee neutronen, terwijl het kosmische helium meer helium-3, met slechts een neutron, bevat.

Het is natuurlijk voorstelbaar dat bij de inslag van een koolstofhoudende komeet fullerenen ontstaan. Vanwege het vreemde helium in de grote koolstofkooien moeten die fullerenen echter een kosmische oorsprong hebben. Becker wil haar onderzoek nu uitbreiden naar sedimenten die de grens tussen andere geologische perioden markeren, bijvoorbeeld tussen Perm en Trias (250 miljoen jaar oud). Mogelijk vormen inslagen op Aarde een belangrijke bron voor gassen en koolstof die nodig waren voor het ontstaan van het leven op Aarde.
Becker denkt dat de oerude kosmische fullerenen meer informatie kunnen leveren over de ontwikkeling van planeetatmosferen en mogelijk het ontstaan van leven op Aarde en andere planeten.
Op 28 maart publiceert de Amerikaanse National Academy of Sciences het artikel van de drie Amerikaanse onderzoekers in zijn Proceedings.

Erick Vermeulen