Wanneer links en rechts de kerstbomen als paddenstoelen uit de grond schieten, kun je er de klok op gelijk zetten: we gaan met z’n allen eens lekker terugblikken. New Scientist is daarop geen uitzondering: met de redactie lezen we elk jaar een enorme stapel populairwetenschappelijke boeken. Daaruit kozen we voor u de beste boeken van 2017. 

Al onze redacteuren hebben hun vijf beste boeken van het afgelopen jaar gekozen. Op basis van die lijstjes (en wat onderling debat) hebben we onderaan de top 10 van de hele redactie opgesteld. Laten we de boel dus vooral niet verder uitstellen en overgaan tot de orde van de dag: de beste boeken van 2017

Yannick Fritschy, redacteur

Beste boek: Homo Deus – Yuval Noah Harari

Hoe kunstmatige intelligentie de manier waarop we rouwen kan transformeren
LEES OOK

Hoe kunstmatige intelligentie de manier waarop we rouwen kan transformeren

Door de snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie kunnen overledenen langer onder de levenden blijven – ­althans, virtueel.

Yannick: ‘Historicus Yuval Noah Harari richt zich in Homo Deus op de toekomst van de mens. Zijn belangrijkste boodschap: de mens heeft zich de afgelopen jaren bestempeld tot middelpunt van het heelal, maar deze centrale rol zal met de opkomst van technologie snel verdwijnen. Verontrustend, maar de auteur benadrukt dat we hem niet moeten zien als onheilsprofeet, maar als iemand die een discussie op gang wil brengen. Dankzij zijn heldere schrijfstijl en fascinerende, goed beargumenteerde voorspellingen zal Harari daar vermoedelijk wel in slagen.’

Yannicks volledige top 5:

  1. Homo deus  – Yuval Noah Harari
  2. De meerkoet Remco Daalder
  3. Deining in de ruimtetijd – Govert Schilling
  4. Echt zwaar Martijn van Calmthout
  5. Schaal – Geoffrey West

George van Hal, coördinerend redacteur

Beste boek: Deining in de ruimtetijd – Govert Schilling

George: ‘Govert Schilling reisde voor zijn boek Deining in de ruimtetijd de halve wereld over. Hij bezocht de belangrijkste plekken uit huidige fysica en astronomie persoonlijk en sprak met de belangrijkste onderzoekers. Al vanaf het begin van de moderne zoektocht naar zwaartekrachtsgolven, volgde hij de ontwikkelingen op de voet. Dat uitgebreide voorwerk lees je aan dit boek af. Als geen ander is Schilling erin geslaagd om de wereldwijde zoektocht naar zwaartekrachtsgolven op meeslepende en inzichtelijke wijze op papier te krijgen. Het leverde een boek op dat in Nederland – en daarbuiten – terecht op alle non-fictiejaarlijstjes opduikt. Een klasse apart.’

De volledige top 5 van George:

  1. Deining in de ruimtetijd – Govert Schilling
  2. Zwarte gaten – Marcel Vonk
  3. De werkelijkheid is niet wat ze lijkt – Carlo Rovelli
  4. We hebben geen idee!? – Jorge Cham en Daniel Whiteson
  5. Verstoppertje spelen met aliens – Jean-Paul Keulen

Jim Jansen, hoofdredacteur

Beste boek: Deining in de ruimtetijd – Govert Schilling

Jim: ‘Govert Schilling is een instituut in de Nederlandse wetenschapsjournalistiek. Hij schrijft niet alleen veel – Schilling heeft al meer dan vijftig boeken op zijn naam staan – maar bovenal ook goed. Altijd begrijpelijk, maar zonder bang te zijn voor de broodnodige wetenschappelijke diepgang. Precies het soort schrijven dat de lezers van New Scientist zo kunnen waarderen. Met Deining in de ruimtetijd leverde hij dan ook een huzarenstukje af. Het is een heerlijk toegankelijk boek over de grootste ontwikkeling in de (astro)fysica van de laatste jaren, maar het biedt ook een indrukwekkend kijkje achter de schermen bij dit meeslepende wetenschapsverhaal. Met recht het beste boek van het jaar.’

De volledige top 5 van Jim:

  1. Deining in de ruimtetijd – Govert Schilling
  2. Ober, er zit natuurkunde in mijn soep – Helen Czerski
  3. Reisbureau Einstein – Vincent Icke
  4. Singing in the brain – Erik Scherder
  5. Zwarte gaten – Marcel Vonk

Wim de Jong, eindredacteur

Beste boek: Wat we niet kunnen weten – Marcus Du Sautoy

Wim: ‘Veel van de boeken die ik het afgelopen jaar voor New Scientist gelezen heb, gaan over het wonder van de evolutie van de mens, hoe we tot grootse – met name technologische – prestaties gekomen zijn en wat ons nog te wachten staat op dat gebied. Tenminste, dat is als we ervan uitgaan dat wij eenvoudige mensen er nog aan te pas komen. Misschien heerst er straks kunstmatige intelligentie over de aarde die tot een oneindig veelvoud in staat is van wat wij zoal kunnen. We zouden zomaar eens totaal overbodig kunnen zijn geworden.

De ironie is dat dit angstwekkende scenario alleen maar mogelijk is doordat wij als mensen zo vreselijk knap zijn. Misschien is het juist wat arrogant om te denken dat wij in staat zijn om te denken dat we onszelf overbodig kunnen maken. Gelukkig is er dan ook nog de Engelse wiskundige en hoogleraar wetenschapscommunicatie Marcus Du Sautoy, die een prikkelende inventarisatie gemaakt heeft van de randen van onze kennis. Blijken we uiteindelijk toch niet zo geniaal te zijn.  Maar en passant brengt hij de haast onmetelijke berg kennis in kaart die we hebben weten te vergaren op het gebied van onder meer quantumfysica, kosmologie, wiskunde en neurowetenschappen. Daarbij geeft hij blijk van de overtuiging dat de wetenschap nog lang niet aan het einde van de reis is. In een praatje voor de Royal Institution, te zien op YouTube, zegt hij zelfs: ‘Wetenschappelijke uitdagingen moeten we aangaan met de instelling dat er niets is dat we niet kunnen weten.’ Prachtige peptalk, maar ik weet niet of ik daardoor vrolijker ben over het uiteindelijke lot van de mens.’

De volledige top 5 van Wim:

  1. Wat we niet kunnen weten – Marcus Du Sautoy
  2. Homo Deus – Yuval Noah Harari
  3. Life 3.0 – Max Tegmark
  4. Van bacterie tot Bach en terug – Daniel Dennett
  5. De microben in ons – Ed Yong

Kristel Kleijer, redacteur

Beste boek: We hebben geen idee!? – Jorge Cham en Daniel Whiteson

Kristel: ‘Tijdens de vijfjarige blauwe maandag waarop ik mijn proefschrift schreef, heeft de website PhD comics regelmatig mijn humeur gered. En nu hebben de makers een boek uitgebracht: We hebben geen idee!?. Met humor en vermakelijke illustraties vertellen ze over natuur- en sterrenkunde. Ze vertellen niet alles wat ze weten, maar juist alles wat we niet weten. We hebben namelijk geen flauw benul waarvan het heelal is gemaakt. Laat staan dat we weten wat ruimte is en of er echt wel tijd bestaat. Toch is het boek alles behalve deprimerend. Het enthousiasme van de makers is zo aanstekelijk dat het me bijna verleidde weer een lab in te duiken om al die raadsels op te lossen.’

De volledige top 5 van Kristel:

  1. We hebben geen idee!? – Jorge Cham en Daniel Whiteson
  2. De verborgen impact – Babette Porcelijn
  3. De getijgerde lijmspuiter – Jelle Reumer
  4. De microbe mens – Remco Kort
  5. Angstig Joseph LeDoux

De tien beste boeken van 2017

We hebben bovenstaande lijstjes bij elkaar opgeteld en overgoten met een subjectief sausje, en zijn zo tot de volgende ultieme eindejaarslijst gekomen. Dit zijn de beste boeken van 2017, volgens de redactie van New Scientist:

10. De werkelijkheid is niet wat ze lijkt – Carlo Rovelli

Wij schreven: ‘Rovelli neemt je mee naar […] de zogeheten theorie van loopquantumzwaartekracht, de theorie die de zwaartekracht, de slechtst begrepen kracht uit de natuurkundecanon, opnieuw vormgeeft. In de latere hoofdstukken duik je nog dieper het natuurkundekonijnenhol in en maak je kennis met onderwerpen zoals oneindigheid, de rol die informatie mogelijk in de kosmos speelt en de ontembare quantumgulzigheid van zwarte gaten. Een geestverruimende tour langs de meest speculatieve uithoeken van de moderne fysica.’

09. Life 3.0 – Max Tegmark

Wij schreven: ‘Tegmark schetst de ontwikkeling van het leven in drie stadia. Het biologische leven 1.0 kan zichzelf in leven houden en repliceren. Het culturele leven 2.0, ofwel de mensheid, kan bovendien zijn eigen software aanpassen. Als laatste is er het technologische leven 3.0, dat ook zijn eigen hardware zal kunnen aanpassen en daardoor vele malen sneller evolueert dan biologische intelligentie ooit zou kunnen. […] Volgens Tegmark is intelligentie ‘een kwestie van informatie en computatie, en niet van vlees, bloed en koolstofatomen’. Wanneer de machine dus slimmer wordt dan de mens, kan alleen hij zichzelf nog verbeteren, waarna een exponentiële groei van intelligentie start die door de mens niet meer is bij te benen.’

08. De meerkoet – Remco Daalder

Wij schreven: ‘De Amsterdamse stadsbioloog Remco Daalder vertelt in De meerkoet alles over deze zwart-witte relschopper. Hij beschrijft het beest vanuit zijn eigen waarnemingen. Zo maken we kennis met de ‘bacardikoeten’: een koppel dat een nest bouwde tussen door hangjongeren achtergelaten bacardiblikjes. De meerkoet past zich niet alleen makkelijk aan, hij profiteert ook van zijn menselijke stadgenoten. Aan het IJ kan een vroege pontvaarder verrast worden door opportunisten die een stuk brood uit zijn tas vissen. Daalder heeft een prettige schrijfstijl en zijn persoonlijke observaties – zowel waarnemingen als meningen – maken De meerkoet fijn om te lezen. Je krijgt waardering voor de vogel die alles doet om zichzelf, zijn nest en zijn territorium te beschermen.’

07. De verborgen impact – Babette Porcelijn

Wij schreven: ‘Hoe vaak vlieg jij naar een zonnige bestemming voor een welverdiende vakantie? Hoe lang heb je met je vorige telefoon gedaan? En hoe veel vlees eet jij? De gemiddelde Nederlander moet zich eigenlijk schamen, maar is zich daar waarschijnlijk niet bewust van. Terwijl we proberen kort te douchen, afval te scheiden en bijvriendelijke bloemen te planten, hebben we per persoon een impact die bijna vier keer groter is dan de draagkracht van de aarde. Onze goedbedoelde acties vallen in het niet bij de schade van een vliegvakantie, het jaarlijks aanschaffen van de hipste telefoon of het regelmatig eten van een Argentijnse rundersteak. Het gros van de impact zien wij niet. Maar dat neemt niet weg dat het de aarde uitput. In De verborgen impact drukt Babette Porcelijn de lezer met zijn neus op de confronterende feiten. Met heldere infographics brengt ze de verborgen impact naar de oppervlakte. En de haalbare adviezen stemmen je toch weer een beetje hoopvol.’

06. Ober, er zit natuurkunde in mijn soep – Helen Czerski

Wij schreven: ‘Ober, er zit natuurkunde in mijn soep zit vol lollige, herkenbare voorbeelden die in mooie, heldere zinnen worden beschreven. Iets waarvoor zowel de auteur als de goede vertaler zichzelf een schouderklopje mogen geven. Het boek levert bovendien smakelijke antwoorden op vragen waarvan je niet eens wist dat je ze had, zoals de reden dat een eend nooit koude voeten krijgt. Die reden blijkt een ingenieus bloedvatsysteem dat ervoor zorgt dat de voeten van een eend nooit veel warmer zijn dan het water waarin hij dobbert, zodat er nauwelijks warmteverlies optreedt. Weet je dat ook weer.’

05. Wat we niet kunnen weten – Marcus Du Sautoy

Wij schreven‘Zijn speurtocht van het (on)kenbare begint bij zijn persoonlijke wens om de worp van een dobbelsteen te kunnen voorspellen. Die op het eerste gezicht simpele vraag leidt hem vervolgens naar alles van de chaostheorie tot de contra-intuïtieve implicaties van een waarlijk oneindig universum. Het levert een heerlijk boek op waarin naast de Grote Vragen tevens veel aandacht is voor alle fascinerende wetenschap die we al wél beheersen: van verse kennis over ons brein tot moderne ideeën uit de complexe uithoeken van de wiskunde. Het is geen gemakkelijke kost, maar gelukkig is Du Sautoy een begenadigd verteller die je met verve rondleidt in de lastigste krochten van de moderne wetenschap. Het maakt Wat we niet kunnen weten tot een smakelijke tour langs de rafelranden van onze wetenschappelijke kennis.’

04. Zwarte gaten – Marcel Vonk

Wij schreven: ‘Wie zwarte gaten echt snapt, kraakt ook meteen de grootste natuurkundemysteries van deze tijd. Het is een onderwerp waar iedere natuurkundeliefhebber wat van af zou moeten weten. En dan is het verdraaid lekker dat we met Marcel Vonk een natuurkundige in huis hebben die zich thuis voelt in deze complexe materie en dat ook nog eens ragfijn kan uitleggen. In Zwarte gaten vertelt hij kraakhelder over alle natuurkundige twisten, speculatieve proefballonnetjes en begripsproblemen rond zwarte gaten. Het resultaat is het beste Nederlandse boek dat ooit over deze kosmische veelvraten is verschenen.’

03. We hebben geen idee?! – Jorge Cham en Daniel Whiteson

Wij schreven: ‘Met hun lollige cartoons en teksten vol heerlijk flauwe nerdgrappen leggen Jorge Cham (bekend van internetstrip PhD Comics) en natuurkundige Daniel Whiteson de nadruk op de grappige kant van de belangrijkste vraagstukken uit de moderne (astro)fysica. Op die wijze behandelen zij alles van de elementaire deeltjes tot de zoektocht naar de ultieme theorie van alles. Dat doen ze bovendien op een zeer behapbare en enthousiaste manier. Dit is een boek dat je kan laten lachen om hilbertruimtes, higgsdeeltjes en de snaartheorie, maar dat diezelfde concepten tussen de scheetgrappen en sciencefictionverwijzingen door wel ragfijn weet uit te leggen.’

02. Homo deus – Yuval Noah Harari

Wij schreven: ‘Historicus Yuval Noah Harari richt zich in het boek Homo Deus op de toekomst van de mens, waarbij hij zijn voorspellingen staaft met verrassende voorbeelden uit het verleden. Zo gaat zijn standpunt over de verdwijnende
vrije wil vergezeld van een uitgebreide historische beschrijving van het gazon. Volgens Harari zal de mens zijn centrale rol door de opkomst van technologie snel kwijtraken. Verontrustend, maar de auteur benadrukt dat we hem niet moeten zien
als onheilsprofeet, maar als discussiestarter. Dankzij zijn heldere schrijfstijl en goed beargumenteerde voorspellingen zal Harari daar vermoedelijk in slagen.’

01. Deining in de ruimtetijd – Govert Schilling

Wij schreven: ‘Het is een feit. Ligo heeft voor het eerst zwaartekrachtgolven waargenomen. Schilling, die in 1998 al bij LIGO op bezoek was toen het niets meer dan een leeg pand was, is op dat moment net begonnen met zijn boek over de zoektocht naar zwaartekrachtgolven. Hij hoopt stiekem dat de eerste zwaartekrachtgolfmeting komt terwijl hij zijn boek afrondt. Het zou dan vlak na de aankondiging kunnen uitkomen, met een toegevoegde epiloog over het nieuwe resultaat, vertelt hij in zijn voorwoord. De wetenschap vordert echter sneller dan hij verwacht. Schilling: ‘vrijwel niemand had kunnen voorzien dat de nieuwe detector tijdens zijn allereerste waarneemdagen al de hoofdprijs zou binnenhalen.’

Het maakt Deining in de ruimtetijd tot een beter boek. Een prachtig verslag van misschien wel de grootste natuur- en sterrenkundige gebeurtenis van deze eeuw. Schilling neemt uitgebreid de tijd voor. Hij geeft een kraakheldere inleiding op alles van kosmologie, pulsars en zwarte gaten tot de ijzeren wetten van Einsteins relativiteitstheorie. Maar ook voor spannende verhalen is veel ruimte, van de strubbelingen rond LIGO’s leiderschap tot de onenigheid over eerdere vermeende zwaartekrachtsgolfmetingen. In zijn laatste hoofdstuk schetst Schilling zelfs de aansprekende contouren van de sterrenkundige toekomst. Een toekomst waarin zwaartekrachtgolftelescopen nog veel meer over de ware aard van de kosmos blootleggen.’


En dan nog even dit. We recenseren bij New Scientist niet alleen boeken van anderen. We geven er zelf ook een fiks aantal uit. Boeken waar we natuurlijk ontzettend trots op zijn. Daarom tippen ‘wij van WC Eend’ tot slot ook nog een aantal pareltjes uit 2017, afkomstig uit onze eigen stal:

De New Scientist eigen boeken tip 5

(Op alfabetische volgorde van auteur):

Ruimtetijd – Yannick Fritschy

Getipt, want: Dit tweede boekje in onze Pocket Science-reeks ontving niet alleen 5 sterren in het NRC (“Prikkelt de verbeeldingskracht. Lezen!”), maar bevat ook een kraakheldere, toegankelijke uitleg van een van de meest fundamentele begrippen uit de relativiteitstheorie: de ruimtetijd.

De quantumcomputer – George van Hal

Getipt, want: Dit eerste deeltje uit onze Pocket Science-reeks bespreekt in slechts honderd pagina’s één van de spannendste natuurkunde-onderwerpen van dit moment: de ontwikkeling van de quantumcomputer, een technologie die de wereld de komende jaren ingrijpend kan veranderen.

Ideeën die de wereld veranderen – Jim Jansen en de redactie van New Scientist 

Getipt, want: New Scientist heeft al sinds haar eerste nummer de ondertitel ‘ideeën die de wereld veranderen’. Die ideeën komen misschien nog wel het best tot uiting in de lange interviews met toponderzoekers die elke maand in het magazine te vinden zijn. Dit boek bundelt de 21 meest spraakmakende gesprekken, met grootheden als Robbert Dijkgraaf, Ionica Smeets, André Kuipers, Erik Scherder, Iris Sommer, Erik Verlinde, Dick Swaab, Ben Feringa en vele anderen.

De oorsprong van (bijna) alles – Graham Lawton

Getipt, want: De oorsprong van (bijna) alles staat ramvol indrukwekkende infographics over alles van zwarte gaten tot navelpluis en post-its. Een visueel adembenemend boek – al zeggen we het zelf.

Speurtocht naar buitenaards leven – Nanne Naninga

Getipt, want: De zoektocht naar buitenaards leven is vermoedelijk de spannendste onderneming van de moderne mens. In dit rijkgeïllustreerde boek in onze Wetenschappelijke Blbliotheek-reeks duikt Nanne Naninga, emeritus-hoogleraar biologie aan de Universiteit van Amsterdam, diep dit fascinerende onderwerp in.

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: